Charles Spurgeon is zonder twijfel een van de grootste predikers. Vóór zijn twintigste houdt hij al zeshonderd preken. Hij preekt vaak tien keer per week. Zelfs een keer voor bijna 24.000 mensen, zonder microfoon. Het is niet verwonderlijk dat hij de bijnaam prins der predikers kreeg. Hierbij twaalf preektips die hij zijn studenten gaf, samengesteld door Brandon Hilgemann. Alle citaten komen uit het boek Lectures to my Students van Spurgeon.
Tekst: Paulien Vervoorn
Met toestemming overgenomen van Brandon Hilgemann
Vertaald door Henk van ter Meij
1. Bidden is preekvoorbereiding
Er is geen betere manier om een preek voor te bereiden dan door te bidden.
‘Gebed helpt je in het bijzonder bij het houden van je preek. In feite is er niets anders dat je zo toerust voor het spreken als van de berg af komen waar je met God hebt gesproken, en vervolgens met mensen te spreken. Niemand is zo goed in staat voor mensen te pleiten dan degenen die in hun plaats met God hebben geworsteld.’
2. Gebruik een pakkend intro
Je toespraak moet direct de aandacht trekken.
‘Ik geef de voorkeur aan een introductie op de manier van een stadsomroeper die zijn bel luidde en riep: ‘Boeren, burgers en buitenlui … hoort, zegt het voort!’, alleen maar om te laten weten dat hij nieuws voor ze had en wilde dat de mensen luisterden. Om dat te bereiken moet de introductie iets hebben wat de aandacht trekt. Het is eigenlijk hetzelfde als het startschot bij een hardloopwedstrijd.’
3. Lange preken zijn het resultaat van een korte studie
Je hebt meer voorbereiding en discipline nodig om minder te zeggen.
‘Bondigheid is een deugd die voor ons allemaal binnen handbereik ligt: laat de mogelijkheid om er je voordeel mee te doen niet liggen. Als je mij zou vragen hoe je je preken korter kunt maken, zou ik zeggen dat je ze beter zou moeten bestuderen. Breng meer tijd op je studeerkamer door, zodat je minder tijd op het podium nodig hebt. Over het algemeen preken we het langst, wanneer we het minst te zeggen hebben.’
4. Varieer je stemgebruik
Niemand wil luisteren naar een monotone spreker.
‘Wat is het jammer als iemand met z’n hele hart waarheden van grote waarde aanreikt, met een perfect passend taalgebruik, maar toch geestelijke zelfmoord pleegt door ze op te dreunen, terwijl de Heer hem toch een veelsnarig instrument heeft gegeven, waarop hij naar hartenlust kan spelen. Helaas! Helaas! Die eentonige stem bleef maar als een molenwiel op hetzelfde amuzikale deuntje brommen, of hij nu sprak over hemel of hel, eeuwig leven of eeuwige toorn. De stem kon, puur toevallig, wat harder of zachter zijn, al naar gelang de lengte van de zin, maar de toon was steeds dezelfde, een treurige verspilling van geluid, een jankende spraakwildernis waarin je verstrikt raakte, geen variatie, geen muziek, niets dan een gruwelijke eentonigheid.’
5. Doe wat je zegt
Jouw leven zonder podium domineert jouw boodschap op het podium.
‘We hebben allemaal wel het verhaal gehoord van de man die zo goed preekte en zo slecht leefde, van wie iedereen zei dat hij maar beter altijd op het podium zou kunnen blijven staan, en dat, wanneer hij eraf was, hij er maar beter nooit meer op zou kunnen gaan staan. We hebben geen vertrouwen in mensen met twee gezichten en we geloven mensen van wie de woorden haaks staan op hun daden, niet. Als, volgens het gezegde, één daad meer zegt dan duizend woorden, zal een verziekte levensstijl de stem van de meest welbespraakte preek tenietdoen.’
6. Articuleer!
Duidelijke communicatie begint met duidelijke articulatie.
‘Leg jezelf een strakke discipline op, totdat je je stem onder controle hebt en hem als een goed getraind paard kunt beteugelen.’
7. Zwijgen is goud
Trek de aandacht met een pauze.
‘Beheers de stilte. Zeg iets door prikkelende stiltemomenten in te lassen. Spreken is zilver, maar zwijgen is goud, wanneer je publiek de aandacht verliest. Wanneer je maar doorgaat en doorgaat en doorgaat met algemeenheden en op een monotone toon, ben je je hoorders aan het wiegen met als resultaat het diepe gesluimer van je publiek. Geef eens een ruk aan de wieg – dan is het dommelen snel over.’
8. Gebruik natuurlijke gebaren
Wees jezelf en geen goedkope imitatie van iemand anders.
‘Jouw manier van doen moet altijd van jezelf zijn, het mag nooit een opgepoetste leugen zijn: wat is het na-apen van zachtaardigheid, het opwekken van geestdrift, het veinzen van emoties of het imiteren van een andermans manier van preken anders dan een leugen met daden.’
9. Doe een beroep op het eigenbelang van je toehoorders
Omarm het feit dat iedereen zijn of haar eigen lievelingsonderwerp is.
‘Ik stel voor dat, om zeker te zijn van aandacht gedurende de hele toespraak, we het publiek laten voelen, dat ze profijt hebben van wat we te zeggen hebben. In feite is dit een heel essentieel punt, omdat niemand in slaap valt, wanneer hij verwacht iets te horen te krijgen dat in zijn eigen voordeel is. Ik heb heel wat vreemde dingen gehoord, maar nog nooit dat er iemand in slaap gevallen is tijdens het lezen van een testament waarin hij een erfenis verwachtte, en ik heb ook nog nooit gehoord dat een gevangene van wie zijn leven aan een zijden draadje hing in slaap sukkelde, terwijl de rechter het vonnis voorlas. Aandacht wordt gewekt door eigenbelang. Preek over praktische thema’s, over urgente, persoonlijke dingen die zich nu voordoen – en ik garandeer je een aandachtig gehoor.’
10. Vertel verhalen
Een goed verhaal trekt de aandacht.
‘Ik zag ooit een arme ziel in het gangpad van de kerk staan. Hij oogde als een musje dat de kerk was binnengekomen en niet meer wist hoe hij er uit moest! Hij wist niet in wat voor dienst hij verzeild was geraakt, hij telde het aantal mensen dat op de eerste rij van de galerij zat en allerlei gedachten gingen door zijn hoofd. Ik wilde graag zijn aandacht trekken. Hoe pakte ik dat aan? Als ik een Bijbeltekst zou citeren, wist hij misschien niet wat die betekende en was hij er misschien wel helemaal niet in geïnteresseerd. Zou ik een vleugje Latijn in de preek verwerken, of het originele Hebreeuws of Grieks? Dat was niks voor zo’n man. Wat moest ik dan doen? En toen schoot me een verhaal te binnen dat bij hem paste.’
11. Spreek over Christus
Breng altijd het eenvoudige evangelie.
‘Dit is de optelsom van alles wat ik zou willen zeggen: mijn geliefden, verkondig Christus, altijd en eeuwig. Hij is het hele evangelie. Zijn persoon, bediening en werk moet ons grote, allesomvattende thema zijn. De wereld moet nog steeds over zijn Verlosser horen en over de manier waarop we bij Hem kunnen komen. We zijn niet geroepen om filosofie en metafysica te verkondigen, maar het eenvoudige evangelie. De zondeval, de noodzaak van de wedergeboorte, vergeving door verzoening en redding als het gevolg van het geloof zijn onze wapens in de strijd.’
12. Nodig uit tot feedback
Zelf de beste sprekers vervallen in slechte gewoonten.
‘Vraag een vriend jou op je fouten te wijzen, of nog beter, nodig een vijand uit om je nauwlettend te volgen en je meedogenloos te steken. Wat een zegen is zo’n irritante criticus voor een wijs mens, wat een ondragelijke plaag voor een dwaas! Corrigeer jezelf ijverig en regelmatig, want anders maak je zonder het te weten fouten, valse tonen beginnen te klinken en slordige gewoonten sluipen er ongemerkt in; oefen daarom zonder ophouden zelfkritiek. Denk over niets waardoor je maar een beetje nuttiger wordt, te gering. Maar wordt nooit zo’n verwaande spreker die vindt dat gebaren en stemgebruik alles zijn.’
Dit artikel is geschreven door Paulien Vervoorn
Spreker, trainer en auteur.
Paulien geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.