Leestijd: 3 min.
Gister lazen we dat Jezus’ eerste opdracht bekering was. Eerder kunnen mensen niet geloven. Het is een wijdverbreid misverstand dat mensen zouden kunnen geloven, in de ware zin van het woord, zonder zich eerst te bekeren. Het is altijd: eerst bekeren, dan geloven. Na zijn opstanding zei Jezus tegen zijn discipelen in Lukas 24:47:
En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem.
Tekst: Derek Prince
Hier zien we opnieuw zo’n belangrijke volgorde; de boodschap is eerst bekering, dan pas vergeving van zonden. Er is geen vergeving van zonden zonder bekering, als ons denken niet veranderd is. Op de Pinksterdag, in Handelingen 2:38, toen de overtuigde maar nog onbekeerde menigte tegen de apostelen zei: Wat moeten wij doen, mannenbroeders?, gaf Petrus hen heel duidelijk antwoord:
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.
Wat was het eerste mandaat dat hij kreeg als vertegenwoordiger van God en zijn Kerk? Hij moest de mensen op de hoogte brengen van de eerste eis: Bekeer u, verander uw manier van denken!
In Handelingen 17:30 spreekt Paulus tot de mannen van Athene, een heel ander publiek. Zij waren Griekse intellectuelen, heidenen zonder een Joodse achtergrond:
God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren…
Niets en niemand is van deze eerste eis uitgesloten. Alle mensen, overal, moeten tot bekering komen en hun manier van denken veranderen. En waarom? De reden wordt in één simpel vers gegeven in Jesaja 53:6:
Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg…
Dit geldt voor ons allemaal. Hoe kunnen we weer terugkeren tot gemeenschap, vriendschap beleven met God? Door bekering, door ons denken te veranderen en in lijn te brengen met zijn denken.
Gebed van de dag
Here God, dank u wel voor de genade dat mijn zonden vergeven zijn op basis van mijn bekering tot U. Ik wil nooit meer terug naar mijn eigen weg, maar in gemeenschap met U leven, terwijl ik Uw stem leer kennen als mijn Herder.