Bernice groeide op in een christelijk gezin van zestien kinderen. Zelf was ze nummer zeven. Haar ouders wilden haar beschermen voor alles wat niet van God was. “We wilden koste wat het kost voorkomen dat we naar de hel zouden gaan. Daarom werden we strak opgevoed.” In dit artikel vertelt ze hoe ze leerde dat het leven geen race is tegen de hel.
“Ik leerde thuis dat God heilig is en dat ik klein moet zijn. Ik sta daar nog steeds achter, een gepaste nederigheid is heel christelijk. Maar ik was erg bang voor de hel. Ik zag het leven als een race tegen de hel. Ik was heel angst. Als het goed ging, leerden we thuis dat dit Gods zegen was en als het slecht ging, was het de straf van God.”
“Het zorgde ervoor dat ik in paniek raakte als ik het moeilijk kreeg. Dan dacht ik: wat heb ik verkeerd gedaan? Nu besef ik meer: inderdaad zal God je voor struikelen behoeden, maar als je valt, dan tilt Hij je weer op.”
Als Bernice nu valt, gaat ze naar de hei om daar met God te kletsen. “Daar leer ik zulke mooie dingen, dat ik soms denk: ‘Volgende storm, kom maar op.'”
Bekijk de video voor haar volledige verhaal: