Bram Rebergen (1964) is sinds 2015 directeur van Youth For Christ Nederland (YFC), een organisatie die in Nederland in de jaren ‘70 bekend stond om haar ‘koffiebars’. “De koffiebars vervulden een behoefte onder christelijke jongeren. Het waren plekken waar ze konden nadenken en konden praten over hun relatie met Jezus. De kerk vervult die rol nu weer meer, waardoor de focus van YFC is verlegd naar de jongeren buiten de kerk.” De ‘nieuwe’ doelgroep van YFC werden de kwetsbare kinderen en jongeren op straat.
Hoe ontstond uw passie voor jongeren?
“Dat bestaat eigenlijk uit twee facetten. Enerzijds heeft God het in me gelegd, anderzijds voel ik me als ‘ouder’ ook verantwoordelijk voor hun opvoeding en ontwikkeling.” Zolang Bram het zich kan herinneren, voelt hij zich verbonden met jongeren. “Maar ik heb ook de maatschappelijke rol om de jongeren van nu op te voeden: in mijn gezin, vriendenkring en buurt. Het is wat mij betreft de verantwoordelijkheid van alle volwassenen om jongeren te helpen zich te ontwikkelen en ze te ondersteunen in hun weg naar volwassenheid.” Het delen van onze christelijke geloofsovertuiging is daarbij van levensbelang, volgens Bram. “Als wij verzaken om met jongeren in onze omgeving te spreken over Jezus, is het gemis van geloof onder jongeren onze fout en niet een probleem van die generatie. We kunnen van alles over hen roepen, maar de jongere generatie is voor een overgroot deel het product van ons leven.”
Als volwassenen jonge kinderen al de vrijheid geven om te kiezen of ze wel thuishoren in hun lichaam of niet, stellen we hen voor dilemma’s die veel te groot zijn.
Hoe help je jongeren in hun ontwikkeling?
“Iedereen stelt vragen in zijn leven: ‘Waarom ben ik hier?’ ‘Voeg ik iets toe op deze plek?’ Voor jongeren en kinderen kunnen deze vragen intenser zijn: ‘Wie ziet me? Wie hoort me? Wie vertrouwt me? Wie heeft me lief?’ En: ‘Wie vindt het fijn dat ik hier ben?’ Al deze vragen worden beantwoord door liefde, veiligheid, zorg en kaders binnen de opvoeding – waar ze soms ook tegenaan mogen en kunnen trappen.” Maar voor een groot deel van de jongeren in ons land voelt ‘thuis’ niet veilig. Ze komen voor veel te heftige en grote keuzes te staan die ze nog helemaal niet kunnen of zouden moeten maken. “De kaders vallen weg, grenzen worden heel fluïde en diffuus. Als volwassenen jonge kinderen al de vrijheid geven om te kiezen of ze wel thuishoren in hun lichaam of niet, stellen we hen voor dilemma’s die veel te groot zijn. Ik zie een voortdurende toename van keuzedwang voor kinderen en jongeren. Dat zorgt voor veel verwarring en druk. De totalitaire druk die is ontstaan om maar te denken dat elk mens pas tot zijn recht komt als er sprake is van een ultieme persoonlijke keuzevrijheid, is de grootste bedreiging voor onze kinderen en jongeren. Juist een jonge generatie heeft behoefte aan kaders en veiligheid en een transparant fundament waarop dat is gebouwd.”
Die fundamenten zijn te vinden in het christelijk geloof. “Bij God ben je ten eerste altijd welkom zoals je bent. Gods hart gaat naar jongeren uit en ze mogen er zijn. Ten tweede wil God je helpen om je identiteit in Hem te vinden en te ontwikkelen. Daarbij wil Hij je ondersteunen in de rol die je mag innemen in de samenleving. Ten derde geeft geloof structuur: De Bijbel vertelt geschiedenissen waarin zichtbaar wordt hoe God met mensen omging en hoe Hij nu ook met jou en mij om wil gaan. Die verhalen geven hoop, vertrouwen en uitzicht op een positieve toekomst. Het is een positieve basis van rust waarin je weet dat God uiteindelijk de touwtjes in handen heeft. En als laatste is het een plek waar altijd zorg en liefde is, waar beloftes worden gehouden en waar iedereen zich mag ontwikkelen. Een plek van geloof is een vruchtbare omgeving voor jongeren van nu.”
Iedereen die de relatie met God mist is per definitie kwetsbaar: Zij hebben geen God die hen ziet, Die van hen houdt en waarin hun identiteit geborgen ligt. Als je dat fundament mist, ga je dit zoeken in andere dingen.
Je maakt je hard voor kwetsbare jongeren.
“Kwetsbaarheid kun je onder andere sociaal maatschappelijk duiden. Kinderen en jongeren die ongeliefd, ongezien, ongehoord of zelfs ongewild zijn.” Kinderen en jongeren die op jonge leeftijd al een rugzak met zich meedragen die hun leven bedrukt en stress geeft. Kwetsbaar heeft voor mij nog een diepere missie: iedereen die de relatie met God mist is per definitie kwetsbaar: “Zij hebben geen God die hen ziet, Die van hen houdt en waarin hun identiteit geborgen ligt. Als je dat fundament mist, ga je dit zoeken in andere dingen.” Mensen zoeken nu eenmaal houvast om er hun identiteit aan te verbinden en hun leven daar vanuit inhoud en vorm te geven. Er zijn massa’s jongeren die niets over het evangelie en Jezus weten, terwijl ze er vaak wel voor openstaan: “Jongeren komen naar de inloopcentra of ontmoetingsplekken van YFC, waar ze andere jongeren kunnen ontmoeten en waar ze kunnen praten over God. Ik zie steeds meer Youth Alpha groepen ontstaan en jongeren tot geloof komen. Dat betekent niet automatisch dat hun leven dan zorgeloos wordt en elk probleem wegvalt. Ze leren er door hun geloof op een andere manier mee om te gaan. Daarnaast leren ze om vertrouwen te vinden bij God en ook bij een gemeenschap van christenen die hen daarin steunt.”
Aantallen vindt YFC daarin niet zo belangrijk. “We zijn niet de boekhouder van God, het gaat om mensen die een relatie met Jezus aangaan. Ik denk dat een van de grootste fouten van kerken en christenen is dat we succesvol willen zijn. We laten er dan allemaal managementprincipes op los.” In het jaarverslag van 2021 sprak YFC alleen over een groeiend bereik van ruim 7500 jongeren. “We willen een duurzame relatie met jongeren aangaan. Dat is een reis en een weg waarin we de vrucht van God verwachten. Het is niet ons werk, maar Gods zegen en het werk van de Heilige Geest.”