CDA-Kamerlid Martijn van Helvert roept politici in een initiatiefnota op om een objectievere houding aan te nemen als het gaat om vervolgde christenen, meldt het Nederlands Dagblad. Er zou schaamte heersen in Nederland als het gaat om het opkomen voor vervolgde christenen. Hierdoor wordt er door bijvoorbeeld Kamerleden te weinig aandacht besteed aan deze groep, zo stelt Van Helvert.
Tweede Kamer
Vier jaar gelden debatteerde Van Helvert voor het eerst in de Tweede Kamer over onderdrukte minderheden. Iets viel hem daarbij op. Zodra hij begon over vervolgde christenen, onderbraken collega-Kamerleden hem en vroegen of hij ook opkwam voor andere vervolgde groepen. Andersom gebeurt dit echter niet, zo stelt hij. Bijvoorbeeld toen hij Kamervragen stelde over twee homo’s die stokslagen hadden gekregen in Indonesië. Niemand die er toen vroeg naar vervolgde christenen. En ondanks dat het de grootst vervolgde groep ter wereld is, staan Kamerleden voor andere vervolgde groepen vaak eerder klaar, zegt Van Helvert.
Vervolging neemt toe
In zijn initiatiefnota ‘Schapen tussen de wolven’, die hij samen indient met Kees van der Staaij (SGP) en Joël Voordewind (CU), roept hij Nederland op tot een actievere inzet tegen christenvervolging. In deze nota doen de christelijke Kamerleden zeven aanbevelingen aan het huidige en volgende kabinetten. Er wordt gesteld dat, nu de vervolging wereldwijd toeneemt, de aandacht voor vervolgde christenen niet mag verslappen. De opkomst van de radicale islam vormt volgens Van Helvert onder andere een bedreiging. Maar ook technologische ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld in China, waar het mogelijk is bevolkingsgroepen voortdurend in de gaten te houden, vormen een bedreiging.