Als voorganger van de Stadskerk in Groningen zag Theo van den Heuvel de ene zegen na de andere. De kerk groeide uit naar meer dan tweeduizend leden en ook in de binnenstad plantte de gemeente een kerklocatie die het goed deed; vooral onder jongeren. En toen kwam de corona-crisis…. In dit artikel vertelt Theo hoe men hier op creatieve wijze oplossingen voor gevonden heeft in de Stadskerk. “De crisis legt op pijnlijke wijze bloot dat we als Nederlandse kerk nog veel moeten groeien in discipelschap.”
Theo begint te vertellen over hoe de kerk eruit zag vóór de coronacrisis. “Het was erg bijzonder wat God aan het doen was in de gemeente. Eigenlijk al sinds de verzelfstandiging van de gemeente, dertig jaar geleden, is er een sterke gave van geloof en gastvrijheid aanwezig in de kerk. Dat is echt een stuk eigenheid wat God erin legde.”
“De laatste jaren zagen we daarbij hoe een cultuur van gebed groeide in de gemeente, een honger naar de aanwezigheid van God.”
“De laatste jaren zagen we daarbij hoe een cultuur van gebed groeide in de gemeente, een honger naar de aanwezigheid van God. Het geheim van alles is uiteindelijk de aanwezigheid van God en dat was zo tastbaar en merkbaar in de gemeente.”
Extra locatie
Terwijl de gemeente dichter naar God toegroeide, nam de kerk ook in omvang toe. “Twee jaar geleden hebben we zelfs nog een extra locatie geplant in de binnenstad, in een uitgaansgelegenheid. Het was een laagdrempelige plek om heen te gaan.”
“Met name jongeren konden makkelijk de weg vinden naar de kerk. Veel van hen wonen in de binnenstad en ze zoeken naar ‘belonging’, ze willen graag bij een gemeenschap horen. Deze plek, waar rond de tweehonderd mensen kwamen, was veel persoonlijker dan de grootschalige ‘hoofdlocatie’.”
“Met name jongeren konden makkelijk de weg vinden naar de kerk. Veel van hen wonen in de binnenstad en ze zoeken naar ‘belonging’”
De hoofdlocatie zond vijftig mensen uit naar de locatie in het centrum. “We werden overweldigd over wat daar gebeurde. Juist ook veel van die vijftig mensen kwamen helemaal tot bloei.”
Corona
Totdat in maart 2020 de coronacrisis uitbrak, alles wat zo goed liep, kwam rigoureus tot stilstand. “Dan komt er op donderdag een persconferentie en op zondag houd je noodgedwongen de eerste livestream-dienst. Iedereen denkt dat het vier weken zal duren, maar dat wordt al snel drie maanden en nóg langer.”
Hoewel de livestream-periode leuk was, ging het bij Theo en zijn team al snel kriebelen om weer samen te komen. “Je zag een livestream-moeheid, het werd tijd dat de kerk van Jezus weer samenkwam.”
Indelen
Toen de versoepeling optrad, ontstond er een zeer creatief idee vanuit de leiding: ze deelden de kerk in kleinere gemeenschappen van ieder zo’n vijftig tot honderd man. Mensen werden verdeeld aan de hand van de geografische regio waar ze woonden. “Uiteindelijk kwamen we uit op 35 gemeenschappen, die elkaar ontmoetten en samen aanbaden en baden.”
Vanaf 23 augustus gaan deze groepen weer door. De ene week komen ze samen in de gemeenschappen, de andere week is er de livestream-dienst vanaf de hoofdlocatie. “We kregen razend enthousiaste reacties. De meeste mensen waren erg positief. Natuurlijk waren er ook mensen die de veranderingen spannend vonden.”
“Mensen zagen dit als een verademing, omdat ze al een tijd niet samengekomen waren. En dat is heel onnatuurlijk, want geloven kun je niet in je uppie.”
“Mensen zagen dit als een verademing, omdat ze al een tijd niet samengekomen waren. En dat is heel onnatuurlijk, want geloven kun je niet in je uppie. Het is dan leuk als mensen geactiveerd worden en er weer zin in krijgen. Daarnaast is zo’n opgedeelde gemeenschap ook veel laagdrempeliger; het is informeler en ook vaak bij mensen in hun eigen buurt. Dat zorgt ervoor dat er mensen waren die niet-gelovig zijn, maar nu wel een keer meewilden.”
Discipelschap
De vraag die Theo wel bezighoudt is: wil je het liefst terug naar het oude normaal, of gaat de kerk er heel anders uitzien? “Daar praten we heel veel over en we gaan er ook open in. We laten ons verrassen. We moeten zéker het goede hieruit halen en het slechte ervan vergeten. De kleinere gemeenschappen zijn zo belangrijk, ik denk dat we daaraan weer herinnerd worden.”
Tegelijkertijd houdt deze crisis Theo ook een spiegel voor. “Je ziet ook mensen die zeggen: ‘Die livestream bevalt me wel, ik hoef niet meer zo nodig naar de fysieke dienst.’ Enerzijds is dat hun eigen verantwoordelijkheid, maar het houdt me ook een spiegel voor. Zijn deze mensen wel goed toegerust? Hoe goed zijn we geslaagd in het discipelen?”
“We moeten echt groeien in het trainen van discipelen, echte volgelingen van Jezus.”
“We moeten echt groeien in het trainen van discipelen, echte volgelingen van Jezus. Dat laat deze tijd duidelijk zien en moet onderdeel zijn van het gesprek dat we voeren over de toekomst van de kerk.”