Afgelopen woensdag werd er in het Europees Parlement debat gevoerd over het recht op abortus. Dit onderwerp kwam op de agenda naar aanleiding van het voornemen van het hooggerechtshof in de VS om dat recht aan banden te leggen. Er werd in het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin de Amerikaanse weg wordt veroordeeld en landen worden opgeroepen tot het vastleggen van het abortusrecht in het EU-handvest.
Nadat Rego Sira van de linkse fractie haar inbreng eindigt met de woorden: “Je hoeft er niet aan te twijfelen dat wij feministen actie zullen blijven voeren en wetten zullen opstellen om óns lichaam en óns leven te beschermen”, is Peter van Dalen van de ChristenUnie aan het woord. Hij vindt dat de tolerantie over dit onderwerp in het Europees Parlement ver te zoeken is en zegt: “Helaas mag in de meeste lidstaten het ongeboren leven in de moederschoot worden beëindigd. Nederland is hierbij een schrijnend voorbeeld. Kinderen mogen tot een zwangerschap van 24 weken geaborteerd worden. Dit terwijl kinderen na 22 weken al levensvatbaar zijn. Een grotere tegenstelling is nauwelijks denkbaar.” Hij sluit af met: “De lidstaten moeten een gezinspolitiek volgen die goed is voor én moeder én vader én kind én ongeboren kind.”
Ook Ruissen van de SGP mengt zich in het debat dat hij als ‘verdrietig’ bestempeld: “Ik hoor veel over vrouwenrechten, maar ik hoor heel weinig over het kwetsbare ongeboren leven. Ik hoor veel leden praten over abortus als mensenrecht, maar hoe kunnen we dat zo noemen? Bij abortus is er sprake van het beëindigen van een leven. Het is de wereld op zijn kop om dat een mensenrecht te noemen.” Sparrentak van GroenLinks vraagt Ruissen hoe hij de bescherming van een kind ziet na de geboorte als die eigenlijk geen mogelijkheden heeft in de samenleving. Ruissen reageert hierop door te pleiten voor een grotere investering in het hulp bieden aan vrouwen en meisjes bij ongewilde zwangerschap: “We helpen ze niet met het recht op abortus, maar door ze hulp te bieden en schouder aan schouder te staan in de meest moeilijke fase van hun leven.”