Terwijl de pinksterbeweging in Nederland nog nauwelijks voet aan de grond had, kreeg zeemansjongen Johan Maasbach een visioen in zijn hart. Hij zag een enorme mensenmassa voor zich van mensen die hun hart aan de Heer gaven. Hij riep uit naar God: ‘Heer, ik werk als chef-kok op het schip, maar wanneer mag ik de mensen het voedsel geven dat nooit vergaat?’ Een niet al te lange tijd later stond hij te vertalen naast TL Osborn op het Malieveld. David Maasbach, zijn zoon, vertelt: “Toen heeft de bediening een enorme vlucht genomen. Eerst via tentcampagnes, maar later huurde mijn vader grote hallen in Nederlandse steden. We mochten een rol spelen in de fundering van de pinksterbeweging in Nederland.”
Johan Maasbach kwam als klein jochie tot bekering op straat, via muzikanten van het Leger des Heils die daar speelden. Hij was negen toen hij zijn hart aan de Heer gaf. Terwijl hij als zeeman begon te werken, nam hij op het schip veel tijd om te lezen en God te zoeken. Hij wilde niets anders dan een diepe relatie met God. Ondertussen brandde het verlangen in zijn hart om te gaan prediken.
David Maasbach: “Een periode later is hij fulltime de bediening in gegaan. Hij hield tentcampagnes en zag mensen tot geloof kwamen. Dit was een beginstadium. Totdat het grote evenement ‘Holland wonder’ op het Malieveld plaatsvond. Een unieke bijeenkomst. Iets van die grootte hebben we in Nederland nooit meer gezien. TL Osborn was echt Gods man, op Gods tijd, op Gods plaats. Het was wonderbaarlijk hoe God dit leidde.”
Het klikte
Voor het openluchtevent waren er grote voorbereidings-meetings met veel verschillende kerkleiders. Daar was een vertaler die technisch goed was, maar volgens David was hij niet gezalfd. “Het klikte niet met TL Osborn. Toen wees hij het publiek in naar mijn vader en zei: ‘Die man met dat zwarte haar, kan hij komen vertalen?’ Toen stond mijn vader naast hem en het vloeide gewoon. Het was een eenheid. Het was de eerste grote open deur van God voor mijn vader om het evangelie te preken.
Maar de kerklui hadden het niet op mijn vader. Mijn vader was een zeeman, een man van het volk en na die meeting gingen ze naar Osborn en zeiden: ‘Mr. Maasbach speaks low Dutch’. Toen zei Osborn: ‘That’s good, because I speak low English’. De volgende dag moest mijn vader zich gewoon melden op het grote podium en het klikte, het stroomde en het vloeide. Het kwam tot een grote opwekking. Wat een happening in Nederland.”
Nooit geaccepteerd
Toch hebben veel kerkmensen de Maasbach-familie nooit zo geaccepteerd en gewild, zegt David schouderophalend. Hij vertelt dat hun stijl ook schurend kan zijn en dat ze het als familie ‘prima’ vinden. “Het belangrijkste is dat God mijn vader heeft gebruikt. Daar gaat het om. Er kwam een grote doorbraak, met mega-tentcampagnes en verschillende gemeenten die gesticht werden. Het werk groeide en bloeide tegen de tegenstand in. De tegenstand kwam overigens niet vaak van mensen uit de wereld.”
Leg de tegenstand naast je neer, vergeef en richt je gewoon op hetgeen je toe geroepen bent: het evangelie verspreiden.”
“Mijn vader begon in Gouda, waar ze ook niet zo op de pinksterboodschap zaten te wachten. Maar God heeft dat wel gebruikt en is altijd doorgegaan. We namen een voorbeeld aan Jezus en de Godsmannen in de Bijbel. Leg de tegenstand naast je neer, vergeef en richt je gewoon op hetgeen je toe geroepen bent: het evangelie verspreiden.”
“We waren vaak niet in staat om met allerlei andere organisaties samen te werken. Niet zozeer omdat wij dat niet wilden, maar omdat we toch een beetje op een eiland geduwd zijn. In de praktijk kwam dat ook wel omdat wij de boodschap van redding, bevrijding, verlossing, geloof en genezing prediken. Dat is toch iets anders dan wat mainstream is in Nederland. De EO bijvoorbeeld is vergeleken met ons heel liberaal.
Daarnaast is het risico van samenwerken dat je aan de ketting komt te liggen. Je valt bijvoorbeeld onder een koepel met bepaalde opvattingen, waar je dan eigenlijk niet teveel van mag afwijken. Ik ben blij dat ik gewoon onafhankelijk kan prediken wat God van mij vraag en ondertussen gaan we lekker door. Er zijn nog zoveel mensen te winnen.”
Campagnes
Nadat Maasbach Wereldzending zeventig jaar geleden startte in Gouda, verkasten ze later naar enkele pandjes in de Koningstraat in Den Haag. Ondertussen ging de organisatie heel Nederland door. Eerst via tentcampagnes, later huurden ze grote ruimten in Nederlandse steden. Bijvoorbeeld in Amsterdam in het Krasnapolski hotel, of de Duitse Kerk in Den Haag. In 1966 kochten ze de grote bioscoopzaal Capitol in Den Haag, waar een kerk van gemaakt werd.
“Het evangelie nam een grote sprong in ons land, op veel plekken ging het goede nieuws klinken.”
Naast de bioscoopzaal kwam later ook de bekende kledingzaak Lijnkamp vrij, wat ging fungeren als kantoorpand. “Het evangelie nam een grote sprong in ons land, op veel plekken ging het goede nieuws klinken. Ook via andere bedieningen. Tegen alle tegenstand in namen we grond in. Op een kaart in ons kantoor zie je tig vlaggetjes over de hele wereld geprikt waar we geweest zijn. Miljoenen mensen zijn bereikt.”
Overdracht
In de jaren negentig kwam er behoorlijke turbulentie, zegt David Maasbach. Enkele voorgangers gingen weg en begonnen voor zichzelf. Een roerige tijd. In die periode nam David het stokje over van zijn vader. “God gebruikte me om door de roerige tijden heen te manoeuvreren en toen is de storm ook gaan liggen. Ik heb het werk met hetzelfde doel, dezelfde visie en in dezelfde geest voortgezet.
Onze kinderen zijn ook in het werk gekomen en we hebben prachtige stappen mogen zetten. Met name in multimedia kwam er een doorbraak. Toen we begin 2008 op SBS kwamen, nam de landelijke bekendheid nog verder toe. Het begon allemaal met een zeeman die een grote visie had, en God deed de rest.”
In deel twee van dit verhaal gaat David Maasbach meer in op de tegenstand en kritiek die er ook veel kwam op hun bediening.