Stel je bent een christen en je wilt graag meer ervaren van God. Een diepere passie voor Jezus en meer van Zijn kracht in je leven als christen. Kan het dan helpen als een vurige voorganger of medegelovige jou de handen oplegt? Kan hetgeen de ander heeft dan ‘overgedragen’ worden op jou, waardoor je relatie met God een boost krijgt? Aan de hand van het boek ‘Er is meer’ van Randy Clark, uitgegeven door uitgeverij Arrowz, gaan we op een zoektocht.
In het boek ‘Er is meer’ gaat het als eerst over de leer van de handoplegging. Als je hier niet mee bekend bent, mis je dan iets fundamenteels? Randy Clark betoogt in zijn boek van wel. Hij wijst naar Hebreeën 6, waarin handoplegging ‘het eerste onderwijs’ en ‘het fundament’ genoemd wordt. Via handoplegging ontvingen de christenen namelijk de volheid van de Heilige Geest, bendrukt Clark.
In het Engels heet het handopleggen ‘impartation’, wat letterlijk ‘overdracht van zalving betekent.’ De mate van de zalving die de ander heeft, wordt door gebed met handoplegging overgebracht. Dat kan intimiteit of kracht zijn, of een gave voor genezing, bijvoorbeeld.
In dit artikel behandelen we eerst de persoonlijke ervaringen van Randy Clark, waarna het later in dit artikel onderbouwd wordt met Bijbelteksten.
John Wimber
Randy Clark vertelt hoe hij als individuele gelovige voor het eerst in contact kwam met de kracht van God. Als Baptistenvoorganger ervoer hij er een honger naar. Hij vertelt over zijn eerste kennismaking met ‘de overdracht van zalving.’ Clark: “Ik ging naar een conferentie met John Wimber en ik was verbaasd over de vele woorden van kennis die hij had. Ook de kracht van God was daar sterk aanwezig.”
“Toen ik met enige tegenzin mijn handen omhoog deed tijdens de dienst, kwam de Heilige Geest als een dreun bij me binnen.”
“David Yongi Cho overtuigde me dat ik een intieme relatie met God nodig had en David Wilkerson sprak en mensen lagen God vol berouw aan te roepen. Toen ik met enige tegenzin mijn handen omhoog deed tijdens de dienst, kwam de Heilige Geest als een dreun bij me binnen. Ik viel tegen de muur en lag op de grond.”
John Wimber kreeg een woord voor het gekwetste hart van Clark en dat bleek te kloppen. Hij was door een gemeentelid namelijk vreselijk gekwetst.
Manifestaties
Echter waren er ook manifestaties in de zaal waar Clark erg veel moeite mee had. Mensen begonnen hevig te schudden, bijvoorbeeld. Ondanks het feit dat Clark en zijn vrouw daar een oordeel over hadden, ziet hij dat achteraf als trots. Vooral toen hij zelf onbeheersbaar begon te schudden tijdens de dienst.
Het gaf de bediening van Clark een boost. Hij zag meer wonderen gebeuren en Gods kracht was sterk. Toen deze zalving vervolgens afnam na een aantal jaar – en hij God minder sterk ervoer -, ontdekte Clark de kracht van de handoplegging opnieuw. Hij besefte dat dit een middel was om hem uit de woestijnervaring te halen. God stuurde hem namelijk naar pastor Rodney Howard-Browne, uit Amerika, vertelt Clark. “Toen hij voor me bad viel ik op de grond en kon ik geen vin meer verroeren. Er ontstond een grote overdracht van zalving.” Clark vertelt dat vanaf dat moment elke zondag een uitstorting van de Geest plaatsvond op de plek waar hij woonde.
Dit werd zo sterk, dat Clark uiteindelijk zelfs een sterke uitstorting van de Geest meemaakte in Toronto, wat later de ‘Toronto-blessing’ genoemd werd.
Ontvangen van de zalving
De grote vraag is natuurlijk wel, als die zalving zo belangrijk is, hoe ontvang je die dan? Clark geeft drie voorwaarden hoe je door handoplegging de aanvuring van God kunt ontvangen.
Voorwaarden:
1. Bewustworden van je eigen onvermogen om de zalving te ontvangen.
Je moet je eigen zwakheid onder ogen zien. Besef dat je zelf maar weinig kunt bereiken. Om echt door harde harten te komen en naar Jezus te brengen, zijn zalving, genade en gaven van de Geest onmisbaar. Het erkennen van je geestelijke armoede, wat Jezus armen van Geest noemt.
2. Je moet verlangen naar een werkelijke verandering van je geestelijke leven. Dat je de Heilige Geest de ruimte geeft om verlangen te bewerkstelligen om vanuit overwinning te leven. Veel mensen weten niet eens hoe dat moet. Zeggen: Romeinen 7:14-15 en 21-24. Als ik het goede doe, ligt het kwade mij bij. -> dit is vooral sterk onder calvinisten. Maar juist verderop, na Romeinen 7, is er veel geschreven over het overwinnende leven.
3. God met heel je leven te eren en bereid om het koninkrijk van de duisternis leeg te plunderen. Het zoeken naar kracht die we niet zullen gebruiken, is de zonde van onze tijd, zegt Billy Graham.
Tegenwoordig is er veel meer ruimte voor geestelijke ervaringen. Muren beginnen af te brokkelen.
Soorten zalving
Clark vertelt dat er diverse soorten zalvingen zijn. Bijvoorbeeld:
- Zalving van vrede: waardoor je de neiging hebt om te verslappen en om te vallen.
- Zalving van kracht: is vaak juist schudden.
- Genezing: dit komt vaak in golven. Het is daarom belangrijk dat je gefocust blijft tijdens het bidden hiervoor. Soms moet je even stoppen en wachten op de volgende ‘golf’. Genezing gebeurt niet altijd door een snel gebed.
Hij geeft ook nog een advies over het vallen in de Geest. Want maakt het mensen niet onzeker of geeft het geen gek gevoel als het vallen uitblijft? Clark: “Ik zeg vaak: ‘We zijn er vanavond niet op uit om te vallen, want dat zou iets van de oude mens zijn. Maar als je koste wat het kost probeert te blijven staan, is het ook van de oude mens. Probeer niet te vallen, probeer niet te blijven staan.”
Vallen
Van een ervaring met God kun je beter genieten dan die analyseren, zegt hij. “In je mond zijn meer bacteriën dan waar dan ook, maar toch willen mensen zoenen. Het is namelijk een romance. Zo is het ook bij God, je mag je verstand op nul zetten.”
Sta ook niet te snel op als je gevallen bent, adviseert Clark. “Dan doof je makkelijk de Geest uit, die op dat moment in je werkt. Ik moedig mensen aan om te blijven liggen totdat ze weer kunnen opstaan. Sta op als je je niet meer zwaar voelt.”
“Tot slot is het ook verstandig om als je iets ontvangt, niet zelf heel druk in tongen te gaan bidden of geloof uit te spreken. Daardoor houd je makkelijk een kracht of een zalving tegen.”
“Tot slot is het ook verstandig om als je iets ontvangt, niet zelf heel druk in tongen te gaan bidden of geloof uit te spreken. Daardoor houd je makkelijk een kracht of een zalving tegen.”
Bijbelse fundering
Clark noemt teksten die hierover gaan. Bijvoorbeeld Numeri 11 ver 16 tot 18, waar staat: ‘En van de Geest die op u is, zal Ik een deel afzonderen en op hen leggen’. Uiteindelijk werd hier de kracht die op Mozes was, uitgespreid over 70 andere mannen.
In Deuteronomium: 34:9 staat: ‘Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van de geest van wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd.’
-> Hier is dus te zien hoe handoplegging Jozua veel wijsheid heeft gegeven, nadat Mozes hem de handen oplegde.
Hetzelfde zie je bij veel andere gedeelten in het Oude Testament, zoals de overdracht die plaatsvond van Elia naar Elisa.
Nieuwe Testament
Het is duidelijk dat het Oude Testament dit wel leert, maar hoe zit het met het Nieuwe Testament? Clark zegt dat het in het Nieuwe Testament ook voorkomt, bijvoorbeeld bij de inzegening van een ambt, een genezing of een zegening, óf bij de overdracht van kracht (zalving).
1 Timotheüs 4:14; ‘Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie met handoplegging door de raad van de ouderlingen.’
Hand 13:1-3, vers 3: ‘Toen vastten en baden zij en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan.’
- Hierbij kregen ze de kracht om verder te gaan.
In Matt 19:13-15 zie je ook hoe Jezus kinderen de handen oplegde om hen een speciale zegen te geven. “Laat de kinderen begaan en verhinder hen niet bij mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. En nadat Hij de handen op hen gelegd had, vertrok Hij vandaar.”
In een ander gedeelte gaat het er duidelijk over dat Jezus iemand de handen oplegt om hem te genezen. Jaïrus smeekt Jezus in alle ernst: ‘Mijn dochtertje ligt op sterven; ik smeek U dat U komt en de handen op haar legt, zodat zij behouden wordt en zal leven’ (Mar. 5:23). Jezus doet wat Jaïrus vraagt en het meisje wordt genezen.
Hoewel Jezus in de evangeliën op vele andere manieren mensen geneest dan alleen door het opleggen van handen, wordt daarin wel degelijk vaak een verband tussen handoplegging en genezing gelegd. Enkele voorbeelden:
En Hij kon daar geen kracht doen, maar Hij legde slechts enkele zieken de handen op en genas hen.
– Markus 6:5
En toen Hij de hand van de blinde genomen had, leidde Hij hem het dorp uit; en nadat Hij in zijn ogen gespuwd en de handen op hem gelegd had, vroeg Hij hem of hij iets zag. En hij keek op en zei: Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen rondlopen. Daarna legde Hij de handen opnieuw op zijn ogen en liet hem weer kijken En hij was hersteld en zag allen heel duidelijk.
– Markus 8:23-25
Toen de zon onderging, brachten allen die zieken hadden, door allerlei kwalen gekweld, deze zieken bij Hem; en Hij legde ieder van hen de handen op en genas hen.
– Lukas 4:40
En Hij legde de handen op haar en zij werd onmiddellijk weer opgericht en verheerlijkte God. En het hoofd van de synagoge, die verontwaardigd was dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zei tegen de menigte: Er zijn zes dagen waarop men moet werken. Kom dan daarop en laat u genezen, maar niet de dag van de sabbat.
– Lukas 13:13-14
We zien dat de discipelen het voorbeeld van Jezus volgen en de zieken de handen opleggen om hen te genezen. In Markus 16:18 wordt van de gelovigen gezegd: ‘Op zieken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.’ Handelingen 28:8-9 vertelt hoe ook Paulus het gebruik van het opleggen van handen voor genezing volgt. Ze waren op Malta, waar een man ziek in bed lag en aan koorts en dysenterie leedt. ‘Paulus ging naar hem toe, en nadat hij gebeden had, legde hij hem de handen op en maakte hem gezond. Toen dit nu gebeurd was, kwamen ook de anderen op het eiland die zieken hadden, naar hem toe en zij werden genezen.’
Paulus besefte dat de effectiviteit van zijn werk niet slechts gevolg was van wat hij verkondigde, maar juist ook van wat hij deed, en wel ‘door de kracht van tekenen en wonderen en door de kracht van de Geest van God’.
“Paulus legt veel nadruk op het ontvangen van de Geest en de werking daarvan als ware bron van zijn eigen vruchtbaarheid als dienaar van het evangelie.”
Paulus legt veel nadruk op het ontvangen van de Geest en de werking daarvan als ware bron van zijn eigen vruchtbaarheid als dienaar van het evangelie. Daarom is het logisch dat hij naar de Romeinen wilde komen om hen ook op te leggen. Overdracht van zalving is een belangrijke katalysator.
Volgens Clark heeft God nog een laatste, radicale uitstorting van de Geest onder de volken beloofd voordat zijn Zoon terugkomt. Daarvoor moeten we de hemelse hulpmiddelen niet vergeten of negeren. Het is aan ons de taak om nederig en hongerig te zijn. Hij zoekt niets anders dan mensen die hun hart en leven overgeven voor alles wat Hij wil doen.