In de Hervormde Kerk, waar Gineke Beltman (39) al haar hele leven naartoe gaat is het gebruikelijk om als kind gedoopt te worden. Toch liet ze zich als volwassene nog een keer dopen. “Ik denk dat ik hiermee gehoorzaam ben aan wat God in zijn woord zegt en dat vind ik het belangrijkst.”
Gineke groeide op in een gelovig gezin en was zelf ook van jongs af aan bezig met God. “Als ik dagboekjes terug lees van toen ik tiener was staan daar soms al zinnen in zoals: ‘Ik hou van God.’.” Toen ze 18 werd koos ze er heel bewust voor om naar de kerk te blijven gaan. “Ik dacht: nu word ik zelfstandig. Toen heb ik er echt voor gebeden of dit de bedoeling was. Daarna ben ik altijd naar de kerk blijven gaan.”
Haar geloof bleef niet beperkt tot de dienst op zondag, doordeweeks was ze betrokken bij verschillende activiteiten zoals Youth Alpha en bezocht ze interkerkelijke bijbelstudies. Daarnaast ging ze veel in de bijbel lezen. “Mijn moeder in het geloof zei tegen me: ‘Je moet gewoon de bijbel lezen’, dus dat heb ik gedaan. Daardoor werd het voor mij heel duidelijk dat de doop voor volwassenen is. Jezus liet zichzelf ook dopen. Toen dacht ik: wie ben ik dan om te zeggen dat dat niet klopt?”
Bewust bidden
Thuis bracht ze het ter sprake, maar haar man was het er niet direct mee eens, omdat ze als kind ook al gedoopt was. Toen kwam de coronatijd. “Elke ochtend ging ik een rondje lopen, dat was mijn tijd met God. Elke dag heb ik gebeden: ‘als ik me moet laten dopen, laat me dan weten waar, wanneer en hoe’. En ik bad dat Gert-Jan er anders over zou gaan denken.”
“Elke ochtend ging ik een rondje lopen, dat was mijn tijd met God.
Een duidelijk antwoord kwam er niet. In januari begon ze heel bewust te bidden: ‘als het niet snel gebeurt durf ik straks niet meer, dus geef me iemand om me mee te laten dopen’. Een week later kreeg ze een bericht van een vriendin: ‘wil je je laten dopen, met mij, door Eric, in zijn bakkerij, op 14 februari?’. In één klap waren al Gineke’s vragen beantwoord.
Na een voorbereidend gesprek was het duidelijk, het ging gebeuren. Die zondag lieten haar vriendin en zij zich dopen in het bijzijn van hun mannen en kinderen. “We hebben gedanst en elkaar omhelst. Ik was zo gelukkig.”
“Hij heeft me toen zó op bijbelse grond verdedigd en met mijn ouders is het ook weer goedgekomen.”
Niet iedereen in haar omgeving was het ermee eens. Haar ouders reageerden in eerste instantie vooral wat nonchalant. Later die week bleek dat het ze toch wel wat meer deed. “Toen ik bij ze langskwam vertelden ze dat ze het er helemaal niet mee eens waren, ik zat volledig fout volgens hen.” Ze spraken een moment af om erover te praten en haar man, die het niet direct eens was met haar doop, sprong voor haar in de bres. “Hij heeft me toen zó op bijbelse grond verdedigd en met mijn ouders is het ook weer goedgekomen.”
Nog steeds zijn de reacties in haar omgeving wisselend, maar Gineke laat zich er niet door tegenhouden. “Ik bid echt dat de kerkmuren zullen vallen. Je wordt geen hamburger als je in de MacDonalds gaat zitten en je wordt ook geen christen als je alleen maar in de kerk blijft. We moeten het zout van de wereld zijn, dat doe je niet door alleen maar in de zoutbus te blijven zitten. Dat doe je door je uit te strooien over de aardappels, over de rest van de aarde.”