Ooit ben ik een boekje begonnen: The Jokes of Jesus. Telkens wanneer ik God iets grappigs hoorde zeggen of wanneer er een hilarische situatie ontstond (wat in mijn leven absurd vaak voorkomt) schreef ik het op. Soms stelt hij mij een licht sarcastische vraag. Of reageert plagerig op een gedachte die ik heb. Toch hoor ik weinig preken over de pret van God. Daarom, op 1 april, een kleine selectie van situaties waarin ik denk dat Abba laat zien dat Hij het beste gevoel voor humor heeft.
”De Heer vertelde mij een grapje. En hem zien lachen heeft meer voor mij gedaan dan enig bijbelvers dat ik ooit zal lezen.” – Meester Eckhart
Genesis
Hoe kunnen we denken aan God’s humor wanneer we niet denken aan God’s creatie? Of het nu gaat om de meest bizarre diepzeevissen, schaterende dolfijnen, de manier waarop pinguïns wandelen, alpaca’s spugen, of het feit dat otters een speciaal zakje in hun oksel hebben voor hun favoriete steen… Dieren zijn hilarisch. Heb je wel eens een steppeslurfhondje gezien? Schijnt familie van de olifant te zijn maar piepklein. Je kunt niet, niet blij worden als je dat mini-beestje zo rond ziet snuffelen. In Psalm 104:26 staat zelfs dat God de Leviathan, waarschijnlijk een soort van zeemonsters, heeft gemaakt om… mee te spelen. God speelt met zeemonsters. Top. Leg dit maar eens uit aan zeelui, Heer.
Jona
In nog een categorietje ‘dieren’, heb je natuurlijk de klassieker Jona. Drie dagen in de buik van een grote vis… ik ben benieuwd of Jona niet constant buiten bewustzijn was. De stank alleen al. Kun je het je voorstellen? Maar wat ik echt prachtig vind is hoe chagrijnig Jona eigenlijk overkwam in het hele verhaal en hoe God hem toch gebruikte. Hij is bijvoorbeeld aan het mopperen over de goedheid van God. Mopperen, mensen! ”Ik wist wel dat U een God bent die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw en tot vergeving bereid. Laat mij maar sterven.” (Jona 4:2) Heel irritant, inderdaad, die liefde van de Heer.
Één van de komische hoogtepunten is dat Jona het zo heet heeft dat God een wonderboom voor hem laat groeien, om die vervolgens weer te laten verwelken. Jona is laaiend en wil opnieuw dood. Waarop God vraagt: ”Is het terecht dat je zo boos bent om die plant?” Jona vind 100 procent van wel. God leest hem vervolgens liefdevol de les: ”Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die je niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintig duizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan ook nog al die dieren?” Liefdevol. Genadevol. Maar ook erg grappig.
Spreuken
Spreuken staat vol wijze uitspraken maar hier en daar klinkt er ook een humoristische toon in door. Als je weer eens moeite heb om uit bed te klimmen kun je altijd Spreuken 22:13 gebruiken. ”Een luiaard zegt: ‘ER IS EEN LEEUW BUITEN, die zal mij verscheuren!” Goed excuus. Wat de niet-ochtendmensen zal aanspreken is hoofdstuk 27:14: Wie zijn buurman ‘s ochtends luid begroet, wekt de indruk dat hij hem vervloeken wil. Kan ik als nachtuil alleen maar op antwoorden: amen, Salomo, amen.
Ook leert Spreuken ons over de kracht van vreugde (17:22): Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid.
”Ik houd er ook niet van. Ik ben toch Joods?”
Zo zijn er talloze voorbeelden. Ik heb het nog niet eens gehad over de gelijkenissen van Jezus (balk in je oog, iemand?), pratende ezels of Elia die de profeten van de afgod Baäl uitdaagt om een wonder te doen: ”Hij is toch u god? Hij heeft zeker iets anders te doen. Misschien ziet ‘ie op de wc. Of is hij op reis gegaan?”
En een grap die Jezus mij vertelde, op een koude dag in Bethel, Californië? Ik lag in bed te klagen dat ik niet van kou hield. En gelijk hoor ik Jezus vrolijk zeggen:
”Ik ook niet. Ik ben toch Joods?”
Ik besefte op dat moment dat Jezus natuurlijk rond heeft gelopen in het warme Israël. Met een steppeklimaat in het noorden, een woestijnklimaat in het zuiden en zo’n lekkere mediterrane bries aan de kust.
Giechelend ben ik toen uit bed gerold. Goeie Jezus, nu, laten we lekker gaan sleeën.