Ik heb onlangs 2 Korinthiërs doorgelezen en daar zag ik hoe de apostel Paulus een zacht, teder hart heeft voor de gemeente in Korinthe. Ondanks alles wat hij heeft meegemaakt, heeft hij zijn hart niet verhard; in feite hebben zijn omstandigheden hem niet doen vertrouwen op zijn eigen kracht, maar heeft hij eerder de kracht van troost en zwakte ontdekt.
Door: Mark Gyde
‘Onze mond heeft zich vrijmoedig voor u geopend, Korinthiërs, ons hart staat wijd open. U neemt geen kleine plaats in ons hart in, maar zelf bent u enghartig. Zet dan ook van uw kant – ik spreek als tot mijn kinderen – uw hart wijd open.’ (2 Korinthe 6:11-13)
Paulus heeft de Korinthiërs over een aantal behoorlijk belangrijke dingen moeten schrijven en het zou ongetwijfeld gemakkelijk voor hem zijn geweest om veroordelend of kritisch te zijn. Dat is echter niet zijn houding. Hij doet een beroep op hen om te veranderen: ‘(ga) uit hun midden weg en zonder u af’. Hij doet een beroep op hen om hun hart te openen op dezelfde manier als hij en Titus hun hart voor hen hebben geopend.
Troost
Ik heb me vaak afgevraagd hoe Paul erin slaagde zijn hart open te houden nadat hij zoveel ontberingen had doorstaan. De sleutel is te vinden in de eerste paar verzen van hoofdstuk 7: hij is enorm getroost. Paulus had de kracht gevonden om vanuit een vertroost hart te leven. Die troost krijgt hij weer als Titus hem bezoekt. Hij kan hem troosten met de troost die hij zelf heeft gekregen. De vrucht van een vertroost hart wordt ook gezien in Titus – hij is verkwikt door bij hen te zijn.
Troost is besmettelijk! Als we getroost worden, kunnen we anderen troosten. Ik geloof dat we in de eerste plaats troost ontvangen, omdat we getroost moeten worden. We ontvangen in de eerste plaats geen troost om het door te geven, hoewel dat het natuurlijke gevolg is. Troost herstelt ons, het moedigt ons aan, het stelt ons in staat om de ontberingen van het leven het hoofd te bieden en, belangrijker nog, het is de sleutel tot het behouden van een open, zacht hart.
Lees hier het originele artikel.