Hij groeide op in een klein dorpje in Friesland, met twee zusjes en zijn ouders. Roelof ging elke zondag met zijn ouders naar de gereformeerde kerk. “Dat hield in dat je op zondag de zondagsrust hield. Dat je achterin op de bank zat te luisteren naar de dominee. En na afloop ging je naar huis en ging je koffie drinken met slagroom.’’
Hij was zich als kind bewust van Gods bestaan, maar een liefdevolle God kende hij niet. “Ik wist dat Hij rechtvaardig was en ik wist ook heel goed dat ik niet goed genoeg was. Of dat nou door de dominee kwam, door de zondagse preken, geen idee, maar ik was niet goed genoeg.’’
In zijn tienertijd leerde hij God echter kennen als zijnde liefdevol, een God die je niet veroordeelt. Roelof bekeerde zich en was nooit meer dezelfde.
Angst
Hij kende niet alleen angst voor God, het was een thema dat op meerdere plekken van zijn leven speelde. “Ik was ook bang voor mijn moeder, zij was vrij sterk aanwezig. Ik probeerde het haar altijd naar haar zin te maken en tegelijkertijd wist ik dat ik het ook God naar Zijn zin moest maken en ik wist dat ik het allebei niet kon.”
“Ik probeerde het haar altijd naar haar zin te maken en tegelijkertijd wist ik dat ik het ook God naar Zijn zin moest maken en ik wist dat ik het allebei niet kon.”
Afwijzing
Zijn ouders wisselden van kerk en daar ontmoette hij iemand die bij de Vergadering der Gelovigen een soort tienerclub organiseerde. “Ik ging naar die club toe en het bijzondere was, ik werd daar geaccepteerd. Ze hadden interesse in me, ik kreeg liefde en de mensen vonden me leuk. Dat was voor mij vrij nieuw.”
“Ik kende vooral afwijzing, dus het voelde echt als het bekende warme bad. Een jaar later bekeerde een jongen zich, een vervelende knul eigenlijk, en die getuigde daarover en die was zo veranderd. Ik zag dat meteen en ik dacht ‘wat is hier gebeurd? Die jongen is zo anders’.’’ Diezelfde avond ging Roelof op zijn knieën en bekeerde zich ook.
Roer omgegooid
Hij was net zeventien en op één moment in zijn leven ging het roer volledig om. “Ik was altijd heel bang en verlegen, erg teruggetrokken. Ik was ook vreselijk bang voor de dood en voor God en die nacht sliep ik voor het eerst zonder nachtmerries en zonder dat ik bang was. ’s-Ochtends werd ik wakker en dacht ik: ‘Wow, wat is er gebeurd, wat is dit? Oh, wacht, ik heb me bekeerd.’ Dus dat was echt heel bijzonder.’’
“‘s-Ochtends werd ik wakker en dacht ik: ‘wow, wat is er gebeurd, wat is dit? Oh, wacht, ik heb me bekeerd.’”
Gelijk daarna wilde Roelof de wereld in om het Goede Nieuws te delen, want toen hij opgroeide was er niemand die hem dit ooit had verteld. Hij deed met een aantal evangelisatie acties mee en probeerde zijn draai te vinden in diverse kerken.
“Het bijzondere was dat mensen het mooi vonden om te horen wat ik te vertellen had, alleen iedereen zat er maar een beetje bij. En ze hadden het fijn met z’n allen en ik kwam er ook nog wel redelijk tussen, maar het enthousiasme dat ik had, dat miste ik toch wel. Eigenlijk was dat het geval in alle kerken waar ik toen kwam. Die verandering bij mij was zo intens. Ik was altijd bang en in één keer was die angst weg.”
“Het bijzondere was dat mensen het mooi vonden te horen wat ik te vertellen had, alleen iedereen zat er maar een beetje bij.”
Dienstplicht
Na een tijdje moest Roelof in militaire dienst, of vervangende dienstplicht doen. Hij koos voor het laatste en kwam bij de Bron terecht, een christelijk conferentiecentrum in Dalfsen. “Daar heb ik anderhalf jaar lang heel veel conferenties meegemaakt. En wat ik daar heb gezien was eigenlijk van zwaar gereformeerd tot extreem pinkster. En dan ben je achttien, negentien jaar oud en dan denk je: ‘Hoe zit het nu?’
Moet je inderdaad voordat je iets kunt doen eerst alle demonen van het terrein verdrijven of moet je met een pak aan gaan zitten luisteren en alleen de Bijbel erbij pakken?” Met veel vragen en niet meer wetend wat nu de juiste weg was om te bewandelen, gooide Roelof alles overboord. Alles, behalve zijn relatie met Jezus en zijn Bijbel.
Hij ging op zoek, verdiepte zich in zijn relatie met God en kwam bij de Shelter te werken in Amsterdam, een christelijke jeugdherberg, waar Roelof Engels leerde praten en veel leerde over cultuurverschillen. Hij was drieëntwintig en stapte in het huwelijksbootje.
“Toen wilden we de zending in en ik was heel bang dat ik net zo lauw zou worden als heel veel mensen om mij heen. Dat wilde ik absoluut niet. Daar heb ik ook altijd voor gebeden.” Zijn huwelijk liep niet als verwacht en Roelof kwam vast te zitten. “Ik zat opgesloten. Datgene waar ik bang voor was, dat gebeurde. Dat ik niet uitging om het evangelie te verkondigen. Ik verspreidde gelukkig wel eens iets via internet, want het was de tijd dat internet juist opkwam.’’ Hij deed er alles aan om het tij te keren in zijn huwelijk, maar hij kon uiteindelijk niet meer binnen blijven zitten.
Geloof met daden
Roelof ontmoette een Deense evangelist die hij uitnodigde om naar Nederland te komen en hij organiseerde het evenement. Daar kreeg Roelof een breder perspectief op het uitdelen en het uitleven van het geloof.
“Het werd een nieuwe manier van het evangelie verkondigen, want je had echt wat aan te bieden. Niet alleen met woorden, maar ook met kracht.”
“Het werd een nieuwe manier van het evangelie verkondigen, want je had echt wat aan te bieden. Niet alleen met woorden, maar ook met kracht. Ik las wel dat het in het buitenland gebeurde, maar ik ging enkel en alleen het podium op om het evangelie te verkondigen.
Maar er staat ‘verkondig het evangelie, genees de zieken en wek de doden op’. En dat deel deed ik niet, want ik had geen idee hoe ik dat moest doen.’’ Maar nu wel en samen met het christelijke poppentheater dat hij toen had kon hij het evangelie door heel Nederland delen.
Einde aan het huwelijk
Helaas lukte het Roelof en zijn vrouw om niet bij elkaar te blijven. Niet lang geleden kwam er een einde aan het huwelijk waarin hij alles op alles heeft gezet om het bij elkaar te houden. Een ingrijpende verandering, maar ondanks dat maakt hij nog dagelijks bijzondere dingen met God mee.
Hoe God op jonge leeftijd heeft ingegrepen, is in zijn hart verankerd en heeft zoveel impact gehad dat hij God nooit heeft losgelaten.
Vruchten van de Geest
“Ja, ik veranderde. Ik kreeg liefde en de vruchten van de Geest werden zichtbaar in mijn leven. Mijn vader bekeerde zich, omdat hij had gezien hoe ik veranderd was. En ik hield altijd de hoop vast, want mijn bekering had zoveel impact op mij gehad. De groei van de vruchten van de Geest zijn zaadjes die opgroeien, dat gebeurt onbewust. Het helpen van mensen is echter bewust, het ervoor kiezen om er voor anderen te zijn.”
“Ja, ik veranderde. Ik kreeg liefde, de vruchten van de Geest werden zichtbaar in mijn leven. Mijn vader bekeerde zich, omdat hij had gezien hoe ik veranderd was.”
“Mijn geduld is daarbij zo ontzettend gegroeid, ik heb zoveel gezocht, gebeden, gesmeekt en gezocht. Soms waren er directe antwoorden en soms niet. Maar wat mij altijd heel erg helpt, is als God mij wil gebruiken. Dat bemoedigt mij enorm.’’