Een Zweedse christen stuurt een vraag in naar John Piper, met de vraag of het erg is als er in je kerk nooit tegen de zonde wordt gepredikt of gewaarschuwd. De Zweed geeft aan dat hij het aangekaart heeft, maar dat het volgens de voorgangers niet nodig is om nadrukkelijk te handelen. John Piper geeft antwoord.
“Ik denk dat een kerk die niet over zonde spreekt, diep gebrekkig is. Het is ontrouw aan het Woord van God. De vraag is: onderwerpen voorgangers en leiders zich graag aan het woord van God?
Waarom zouden voorgangers aannemen dat ze wijzer zijn dan de Schrift, in de manier waarop ze tot Gods volk spreken? Dat verbijstert me. En toch merk ik steeds weer dat dit het geval is bij deze kwestie en andere kwesties. Laat me daarom redenen uit de Bijbel geven waarom het gebrekkig en ontrouw is om niet expliciet de naam, de aanklacht en de bekering van specifieke zonden in de wereld en in de kerk te noemen.
Profeten, apostelen en Jezus
“Ten eerste, of je nu kijkt naar de profeten in het Oude Testament, of Jezus die predikte, of de apostelen die predikten na de kruisiging en na de uitstorting van de Heilige Geest – waar je ook kijkt in bijbelse prediking: Gods woordvoerders brengen niet alleen het glorieuze goede nieuws over vergeving van zonden, maar ook een ernstige veroordeling van specifieke zonden. Ze brengen een oproep tot bekering en gehoorzaamheid, door de kracht van Gods genade.”
“Gods woordvoerders brengen niet alleen het glorieuze goede nieuws over vergeving van zonden, maar ook een ernstige veroordeling van specifieke zonden.”
“In Maleachi 3:5 staat: ‘Ik zal een snelle getuige zijn tegen de tovenaars, tegen de overspelers, tegen degenen die vals zweren, tegen degenen die de ingehuurde arbeider in zijn loon onderdrukken, de weduwe en de vaderloze, tegen degenen die de bijwoner opzij schuiven, en vrees mij niet, zegt de Heer der heerscharen.'”
“Met andere woorden, ze benoemden de zonden; dat is de manier waarop ze predikten. Of neem Jezus ‘voorbeelden, over de zonde van lust: ‘Als je rechteroog je doet zondigen, ruk het uit en gooi het weg.'” (Matteüs 5:29)
“Of over hebzucht: ‘Wee u die rijk bent, want u hebt uw vertroosting al ontvangen’. (Lucas 6:24) Of over huichelarij: ‘Wee u schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars!’ (Matteüs 23:29) Of neem Paulus: ‘Vlucht voor seksuele immoraliteit.'” (1 Korintiërs 6:18)
Niet misleiden
“Laat u niet misleiden: noch de seksueel immorele, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die homoseksualiteit beoefenen, noch dieven, noch de hebzuchtige, noch dronkaards, noch lasteraars, noch oplichters zullen het koninkrijk van God beërven.” (1 Korintiërs 6:9-10)
“Dus de profeten, Jezus, de apostelen – ze predikten allemaal op deze manier. Ze benoemden zonden specifiek en ze hekelden ze.”
“Dus de profeten, Jezus, de apostelen – ze predikten allemaal op deze manier. Ze benoemden zonden specifiek en ze hekelden ze. Ze riepen op tot bekering en tot gehoorzaamheid in de kracht van het glorieuze goede nieuws van vergeving dat ze predikten. Dus als een voorganger een autoriteit wil vinden om het niet over zonden te hebben, zal hij die niet in de Bijbel vinden.”