Gisteren was ik samen met een vriend in Antwerpen. Het was zaterdagmiddag. In de binnenstad, in het winkelcentrum was het erg druk. Antwerpen is een grote stad met een oud centrum. Ik was er nog nooit geweest en mijn vriend liet me verschillende elementen van de stad zien. Altijd handig als je met iemand op pad gaat, die de stad of de omgeving kent.
Op straat, in de drukte werd ik geconfronteerd met Jezus. Nu denk je misschien: ‘Kwam jij Jezus tegen? In Antwerpen?’ Ja, zo zou je het wel kunnen zeggen. Ik ontmoette Jezus. Dat ging als volgt: De eerste ontmoeting kwam door een zwarte vrouw, die vol vuur en luid proclamerend het evangelie (de goede boodschap) van Jezus verkondigde.
Iets later zag ik een banner boven een winkelstraat: ‘Jezusstraat’ stond er. Waarom deze banner daar hing, weet ik niet. De derde en laatste ontmoeting was misschien wel de mooiste. Het was een beleefde, jonge man, die in alle rust mensen aansprak en vertelde van Jezus. Hij sprak mij ook aan. Ik vertelde hem dat ik Jezus kende. Dit leidde tot een kort, bemoedigend gesprek.
Je kunt dus gerust zeggen, dat ik Jezus tegenkwam in Antwerpen. En niet één keer, maar ik kwam Hem wel drie keer tegen. Nu ik hier over nadenk, moet ik glimlachen. Stel je eens voor dat Jezus persoonlijk, in levenden lijve door Antwerpen had gelopen. Hoe zou dat geweest zijn? Stel je de krantenkoppen van de dag daarna eens voor: ‘Jezus Christus in Antwerpen’. Dát zou wel opschudding geven.
Aanwezigheid
Eerst even iets anders: Afgelopen vrijdag was ik onderweg. Ik reed van Groningen naar Zeeland. Daar had ik een afspraak voor mijn werk. Ik deelde er iets over op Facebook. Ik schreef, dat ik altijd geniet van het autorijden. Het zijn momenten van ‘stille tijd’. Momenten dat ik kan nadenken, bidden en proclameren. Het zijn momenten mét Jezus. Jezus reist met me mee.
Een aantal reacties op het bericht op Facebook lieten me weten, dat niet iedereen Jezus’ aanwezigheid zo ervaart. Toch belooft Hij jou en mij met ons mee te gaan. Hij is ons nabij. Zelfs als we het niet ervaren. Door de momenten dat ik het ervaar, maakt Jezus duidelijk dat Hij er is. Ook op de momenten dat ik het niet of veel minder ervaar.
Het zijn twee dingen, die veel op elkaar lijken: 1) Jezus ervaren en 2) Jezus zien. Het ene was op vrijdag. Het andere was op zaterdag. In beide gevallen zag ik Jezus zelf niet. Toch waren het beide ontmoetingen met Hem. Ik wist zeker dat Hij er was. Hij wás bij mij in de auto. Hij wás in Antwerpen op straat.
Soms stel ik mezelf voor, dat ik echt persoonlijk daar zou zijn, waar Jezus zelf was.”
Hoe zou het zijn om Jezus echt te ontmoeten? Soms stel ik mezelf voor, dat ik echt persoonlijk daar zou zijn, waar Jezus zelf was. Als ik de evangeliën lees, dan zie ik mezelf zitten in de luisterende menigte. Ik stel me voor, hoe het zou zijn om Jezus echt te zien, Zijn onderwijs te horen of de wonderen van dichtbij mee te maken. Als ik dáár toch eens bij geweest zou zijn, wat zou mijn geloof dan een boost krijgen! Het zou mijn eerbied voor de Here Jezus nog groter maken! Of niet? Of zou het geen verschil maken? – Mattheüs 28:16-20 HTB:
‘De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg waar zij Jezus zouden ontmoeten. Toen zij Hem daar zagen, vielen zij voor Hem neer. Maar sommigen wisten niet wat zij ervan moesten denken. Jezus kwam dichterbij en zei tegen hen: ‘Ik heb alle macht in hemel en op aarde gekregen. Ga er daarom op uit om alle volken tot mijn leerlingen te maken. Doop hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hen altijd te doen wat Ik u heb gezegd. En vergeet dit niet: Ik ben altijd bij u, tot het einde van de tijd.’’
Zag je het staan? Heb je het gelezen? ‘Sommigen wisten niet wat ze ervan moesten denken.’ Je zou het ook anders kunnen vertalen: ‘Sommigen twijfelden’. Maar… Deze leerlingen hadden alles zelf gezien én meegemaakt! Ze hadden in de menigte gezeten. Ze hadden Jezus gezien. Sterker nog: Ze zagen Hem zelfs op dat moment. Ze hadden Zijn onderwijs gehoord. Ze waren getuige geweest van de wonderen die Jezus deed.
Sleutel
Ze twijfelden. Ze wisten niet wat ze ervan moesten denken. Je zou kunnen zeggen: Ze ervoeren Zijn aanwezigheid niet. Ze zagen Hem en toch zagen ze Hem niet. Weet je wat het verschil is tussen de ene en de andere leerling? Het verschil tussen de twijfelende en de Jezus eer gevende leerling? Geloof. Niks meer en niks minder. Geloof is de sleutel. Geloof maakt dat je Jezus ontmoet. Geloof maakt dat je Jezus ziet. Geloof maakt dat je Jezus ervaart. Ik wil graag een Bijbeltekst met je delen, die dit onderschrijft – Hebreeën 11:1 NBG51:
‘Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.’
Geloof zorgt voor zekerheid. Geloof is het bewijs voor de dingen die je niet ziet. Het is geen ‘het zou kunnen zijn, dat…’. Het is geen ‘ik denk het wel, …’. En het is geen ‘misschien heb ik het me verbeeld…’ Als dat het niet is, wat is het dan wel? Een zekerheid. Een bewijs. Een overtuigd zijn van…
Dus: Was Jezus in mijn auto? Ja. Was Jezus op straat in Antwerpen? Ja. Geloof maakt dat je Jezus ziet.
Natuurlijk kan het zijn, dat je dezelfde gedachten hebt als een aantal van de elf leerlingen. Het kan zijn dat je niet weet, wat je ervan moet denken. Het kan zijn, dat je twijfelt. Het kan zijn, dat je Jezus niet (altijd) ervaart. Betekent dat dan ook, dat Hij er niet is? Nee toch? Hij heeft immers beloofd en ons op het hart gedrukt dit niet te vergeten: ‘Ik ben altijd bij u, tot het einde van de tijd.’
Geloof
Zo. Dat is eruit. Geloof is de sleutel. En: twijfel is een gevaar voor je geloof. Twijfel is gekoppeld aan je gevoel. De Bijbel spreekt hier niet over je gevoel. De Bijbel spreekt over geloof. Hierover nadenkende wil ik graag nog een Bijbeltekst met je delen. Het is een tekst die geloof en twijfel aan elkaar verbindt. Het is geschreven door Jakobus. Jakobus was de broer van Jezus. Over Jezus’ broers wordt het volgende geschreven – Johannes 7:5 HSV:
‘Want ook Zijn broers geloofden niet in Hem.’
Jakobus had veel van Jezus gezien. Hij was immers met Jezus opgegroeid. Misschien had hij wel in de menigte gezeten? In ieder geval: Hij had Jezus gezien. Hij had Zijn onderwijs gehoord. Hij was getuige geweest van de wonderen die Hij deed. En toch, geloofde Jakobus niet. Toen niet. Later wel. Later schrijft juist hij in zijn brief veel over geloof.
Jakobus schrijft ook over twijfel én geloof. Iets wat hij van zichzelf kende. Iets waar hij last van had gehad. Jakobus schreef nu, dat je mag vragen in geloof. Juist dat is de Bijbeltekst, die ik graag nog met je wil delen – Jakobus 1:6 HSV:
‘Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt.’
Mag ik je uitdagen? Stuur weg die twijfel, vraag Jezus en ga staan op je geloof! Dan zul je Jezus ervaren én Jezus zien.
Zegen!
Tim Meijer
Tim is man, vader, ondernemer, schrijver en spreker. Tim (1982) is getrouwd met Harmanna en vader van vier kinderen. Hij geeft samen met twee partners leiding aan drie bedrijven. Daarnaast schrijft en spreekt hij graag. Wekelijks deelt hij zijn gedachten en doet daarbij de Bijbel open. Op dit moment schrijft hij aan zijn eerste boek.