Pieter Buitelaar (1948) kwam er tijdens zijn huwelijk achter dat hij homoseksuele gevoelens heeft. “Totdat mijn vrouw twee jaar geleden overleed, ben ik trouw aan haar gebleven. Het is niet altijd makkelijk geweest, maar God heeft ons samengebracht en -gehouden.”
De ouders van Pieter zorgden altijd goed voor hem: ze gaven zelfs vakanties op zodat ieder kind kon gaan studeren. “Mijn vader was naast zijn werk als wethouder ook ouderling en hoofd van de organisatie Bescherming Bevolking. Hij was niet veel thuis en in zijn gedrag was hij soms wat streng. Al met al kon ik me niet echt met hem identificeren als man.” Kerkend in de gereformeerde kerk, plakt hij het beeld dat hij van zijn natuurlijke vader heeft, ook op God. “Ik was soms bang voor mijn vader en moest voor mijn gevoel ook mijn best doen voor God.”
Ik drukte de gevoelens weg in de hoop dat ze zouden verdwijnen. Maar toen we trouwden, kwamen ze juist meer naar boven.
Op het moment dat hij door een jeugdwerker van zijn gemeente meegenomen wordt naar een jeugdvereniging van een andere kerk in de buurt, verandert er veel. “In deze jeugdgroep van ongeveer vijftig jongeren deden we Bijbelstudie, maar ook dingen voor de ontspanning. Ik leerde God hier op een andere manier kennen, ontdekte dat Hij van me hield en dat ik een erfenis heb in Hem. Tegelijkertijd merkte ik ook dat ik me aangetrokken voelde tot jongens.”
Een van zijn vrienden vraagt Pieter waarom hij nog steeds vrijgezel is, als leuke jongen. “Ik ben toen naar huis gegaan en heb een lijstje gemaakt van meiden die ik leuk en aardig vond, puur rationeel. Uiteindelijk heb ik een van die meiden gevraagd of ze verkering met me wilde, Liefka.”
In die tijd hoopt Pieter dat zijn gevoelens voor jongens zullen verdwijnen als ze getrouwd zouden zijn. “Ik drukte de gevoelens weg in de hoop dat ze zouden verdwijnen. Maar toen we trouwden, kwamen ze juist meer naar boven. Ik ben dat toen gaan delen met een geestelijk vader, mijn vrouw en wat vrienden. Ze reageerden allemaal heel positief; eigenlijk hadden ze het ergens ook wel een beetje verwacht.”
Voor jullie voelde je relatie meer als een broer-zus verband.
“We voelden ons niet altijd man en vrouw. Dat was soms best wel lastig, ook voor Liefka.” De basis van hun huwelijk, hun geloof, was een stevig fundament. “Jezus hielp me om mijn denken te veranderen en ook om in mijn gedrag meer op Hem te gaan lijken. Liefka had ook een sterk geloof. We hebben veel samen gebeden.” Daarnaast zochten Pieter en Liefka hulp. “Ik ben eerst een poos bij stichting Different langsgegaan. Later gingen we samen naar een christelijke therapeut. Daar leerden we om onze gevoelens te delen. Ook leerden we daar praten over onze worstelingen en behoeftes.”
Dit kruis draag je niet alleen.
“Tot op de dag van vandaag komen deze homoseksuele gevoelens nog om de hoek kijken. Maar ik noem mezelf geen ‘homo’, omdat ik mijn identiteit in Jezus heb gevonden. Ik weet wie ik ben in Hem: ik mag er zijn, Hij heeft me uitverkoren en ik ben erfgenaam van Hem. Dat beleid ik dagelijks hardop. Ik heb God hard nodig en zoek steun in het Woord. Zijn nabijheid geeft herstel. Ik zou liever hetero gevoelens hebben, dit is mijn kruis. Maar Jezus draagt daarin mee, mijn pijn en verdriet. Ik ben op veel bergtoppen en in diepe dalen geweest.”
Maar geloof is niet het enige wat in deze worsteling kan helpen. “Ik heb een paar heel goede vrienden waar ik over mijn diepste gevoelens kan praten.” Net als David en Jonathan is het goed om je hart ook met een vriend of vriendin te delen. “Je kunt de gevoelens niet zomaar wegdrukken en negeren. Probeer er niet te lang zelf mee te worstelen.”
Bekijk de hele getuigenis van Pieter via Vernieuwd en Vimeo.