In de Tweede Kamer legde Van der Staaij (SGP) Rutte afgelopen maand het vuur aan de schenen. “De heer Rutte heeft weleens gezegd: ‘Desnoods ga ik in de oppositie als oppositieleider door’. Ik vroeg me af: waar zou hij dan zijn pijlen op richten als hij in de oppositie was beland? Ik zal hem helpen: hij zou zeggen: wat zijn dit voor uitgaven? Er wordt met miljarden gestrooid alsof het niets is. Wij zijn de partij van de financiële degelijkheid. Wij willen de staatsschuld niet laten oplopen en de rekening doorschuiven naar anderen. Moet je eens kijken: de norm van 60% wordt zelfs niet gehaald. Waar we andere landen – Italië, Griekenland – op aanspreken, daar gaan wij over een aantal jaren overheen. Dat kan toch niet?”
Rutte gaf toe dat hij het in de oppositie niet makkelijk zou hebben gehad met dit akkoord. Daarna vervolgde hij echter: “Zelfs Duitsland gaat richting de 80%, Frankrijk zit inmiddels op 115% en Italië zit op 160% en Nederland die meandert nu rond de 60% staatsschuld. Het is natuurlijk niet zo dat we hiermee onverantwoorde risico’s nemen met de overheidsfinanciën. Ik denk dat we een prudent financiële paragraaf erbij hebben staan.”
“Feit is wel dat Nederland er financieel goed voor staat, ook met dank aan de heer Van der Staaij die steun heeft gegeven, zeker in het tweede kabinet dat ik mocht leiden. Maar ook in het vorige kabinet waren tal van punten om de overheidsfinanciën weer gezond te maken. We zijn op dit moment een van de snelst groeiende economieën van de wereld.
We zijn een van de paar landen in de wereld met een triple-A rating, een van de paar landen in de wereld die negatieve rente betaalt op 10 jaar staatslening op dit moment. Dat hebben we met elkaar allemaal bereikt.
Wat je tegelijkertijd ziet, is: wil je dit land in de toekomst concurrerend houden en ervoor zorgen – wat voor mij als liberaal essentieel is – dat ook komende generaties in staat zijn eigen keuzes te maken, dan moeten we als overheid nu die financiële power die we hebben gebruiken, uiteraard met behoud van prudente overheidsfinanciën. Dat doen we met dit akkoord om een aantal grote zaken aan te pakken rond klimaat en onderwijs en veiligheid.”
Onvoorziene factoren
Van der Staaij reageerde daar weer op: “Ik snap dat we juist door bezuinigingen en door goed beleid de afgelopen jaren die financiële buffer gekregen, maar die kunnen we niet blijven uitgeven. Er kunnen ook weer risico’s zijn, zoals hogere rente, dingen die we niet voorzien.
In het vorige akkoord stond ook niet dat we een coronapandemie zouden krijgen. We hebben altijd ook heel veel onvoorziene factoren. Op welke manier wordt of is nu gekeken naar risico’s die we kunnen lopen, dat er niet een rekening teveel wordt doorgeschoven of dat er risico’s worden doorgeschoven naar jongere generaties?”
Vraagstukken aanpakken
Rutte ging daar op in: “Door bijvoorbeeld zo goed mogelijk te voldoen aan een aantal afspraken die we daar gemaakt hebben en ervoor te zorgen dat die staatsschuld wat meandert rond de 60%, maar niet ontploft. Dat gebeurt ook niet.
Dat doen we ook door te werken aan een structureel tekort van één driekwart procent wat we denken dat prudent is. Ook gaan we de komende jaren een aantal grote vraagstukken aanpakken rond stikstof, universitair onderzoek en klimaat. Maar ook werken we aan infrastructuur waarbij we geld beschikbaar hebben door middel van fondsen.
Dat loopt ook weer af. Je weet dat die uitgaven eindig zijn, wat ik ook verstandig vind. Bij die fondsen zijn strikte afspraken waar je het geld aan besteedt, zodat je uiteindelijk ook langjarig een economie bent die kan groeien. Omdat je het klimaatprobleem oplost en een moderne economie bent. Zo zijn er allemaal landen waar we zaken mee willen doen.
Ook kijken we naar de huizen, de veiligheid en het onderwijs. Het onderwijs is een belangrijke leverancier van die economie, maar we werken er ook aan omdat mensen zichzelf willen ontwikkelen en allerlei om andere redenen.”
Bekijk hier het hele debat tussen Van der Staaij en Rutte: