Andere talen hebben andere woorden. Leg bijvoorbeeld het woord ‘gezelligheid’ maar eens uit aan je buitenlandse vrienden. Ook valt een Zulu-woord als ‘Ubuntu’, alleen maar te vertalen in hele zinnen: ”Ik ben, omdat wij zijn.” Bijbelvertalers maken in ieder land andere keuzes. Hoe vormen de talen van een volk in Mexico, een kleine gemeenschap in Siberië en de mensen uit Papoea-Nieuw-Guinea hun begrip van God? Vijf inspirerende woorden die wij missen in in onze Nederlandse Bijbel maar iets zeggen over God.
1. Mär: Kies één ding en één ding alleen (Teribe)
Het Nederlands heeft twee woorden om het Griekse woord pistis te vertalen: ”geloof” en ”vertrouwen”. Ook in het dagelijks leven gebruiken we deze woorden: ”Ik geloof dat het gaat regenen morgen.” Of iets liefs wat een moeder haar kind zegt: ”Ik geloof in jou, lieverd!”. Toch kent het woord ”geloof” een heel krachtige vertaling in het Teribe, een inheemse taal die gesproken wordt in Panama. Het woord ”geloof” wordt hier vertaald met ”Mär’, wat betekent: ”kies één ding en één ding alleen.” Dat is nog eens radicaal.
2. Sen: intieme vorm van ”jij” (Tuvan)
Zoals ieder netjes opgevoed kind heb ik altijd geleerd om mijn opa en oma met ”u” aan te spreken. Het verschil tussen ”u” en ”jij” werd op vroege leeftijd al duidelijk: ”u” is voor oudere mensen, als je respect wilt tonen. ”Jij” dat gebruik je voor je vriendjes. Ook in het Frans en Duits kwamen deze verschillen duidelijk terug (tu vs. vous, du en Du met een hoofdletter). In de kerk, in de meeste Nederlandse gebeden, wordt God met ”U” aangesproken.
In het Tuvan, een taal in Siberië, is echter iets grappigs aan de hand. Omdat de tekst zelf, in het Grieks, niet directe context biedt, proberen Bijbelvertalers altijd een situatie te analyseren vanuit hun eigen cultuur en sociale begrip van de situatie. Daarom staat er iets bijzonders in het boek Handelingen.
Jezus’ discipelen spreken Hem tijdens zijn dagen op aarde met ‘u’ aan. Dat is begrijpelijk, Hij was natuurlijk hun leraar en rabbi. Maar dan gebeurd er iets verrassends. Ná Zijn opstanding spreken de discipelen Hem met het informele ”jij”, sen, aan in de Siberische Bijbel. Het laat een nieuwe soort intimiteit zien met hun Redder en Meester: ”Heer, je weet toch dat ik van je hou.” (Johannes 21:16).
”Ken je dat verhaal nog waar Jezus 12 schildpadden had? Nee? Dan heb je de Bijbel vast niet in het aekyom gelezen.”
3. Ambum: schildpad (Aekyom)
Ken je dat verhaal nog in Lukas waar Jezus 12 schildpadden had? Nee? Dan heb je de Bijbel vast niet in het Aekyom gelezen, een taal in Papoea-Nieuw-Guinea. Mensen die deze taal spreken geven iemands leeftijd aan, aan de hand van hoeveel keer een rivierschildpad aan land komt om eieren te leggen. Dus toen Jezus naar Jeruzalem ging met zijn ouders, had hij 12 schildpadden. Moet je je voorstellen hoeveel schildpadden Metusalem had.
4. Dios y’ayucnajtzcapxɨɨybɨ: God’s woorden-werper (Coatlán Mixe)
In de wereld, als je het woord ‘profeet’ zegt, dan denken mensen aan iemand die de toekomst voorspelt. In de Bijbel gaan de profeten een stap verder, want zij verkondigen ook de woorden van God. En deze woorden mogen, zoals in 1 Korintiërs 14:3 gezegd wordt, ”opbouwend, troostend en bemoedigend” zijn. In het Kuna, een taal die in Panama en Colombië wordt gesproken, is er een nog breder begrip van het woord ”profeet”. Lezers van het Kuna lezen dat een profeet iemand is die ”spreekt als met de stem van God”. Ekari christenen in Papoea-Nieuw-Guinea noemen een profeet ”iemand die spreekt onder goddelijke puls” (gokobaki tijawiidaiga wega-tai). Maar de lezers van de Coatlán Mixe Bijbel in Mexico hebben heel kleurrijk taalgebruik. Een profeet, in deze Bijbel, is ”God’s woorden-werper”.
5. P’ijil-o’tanil: harts wijsheid; p’ijil c’op: woorden wijsheid; p’ijil jol: hoofd wijsheid (Tzeltal)
In Spreuken wordt het Hebreeuw woord chakam vaak als ‘wijsheid’ vertaald in het Nederlands. Maar wist je dat er in andere talen ook verschillende vormen van wijsheid zijn? In het zuiden van Mexico, spreekt een volk van 40,000 mensen het Tzeltal. Zij stammen af van de Maya. In hun taalgebruik hebben zij drie verschillende soorten wijsheid. Deze zie je terug in het boek Spreuken. P’ijil-o’tanil is “harts wijsheid,” p’ijil c’op staat voor “woorden wijsheid ” (ook wel gebruikt voor het woord kennis), and p’ijil jol is “hoofd wijsheid” (ook gebruikt voor inzicht en begrip). Zo krijgt het boek Spreuken een nog diepere lading, wanneer de verschillende vormen van wijsheid zich ontvouwen.
Ben jij wel eens een woord tegen gekomen in een Bijbel in een andere taal die je verraste? Laat het ons weten!