Een voormalige neonazi vertelt hoe hij Jezus Christus vond door de liefde die zijn Afro-Amerikaanse reclasseringsambtenaar hem toonde, zo meldt Godtv. “Ze opende mijn ogen en mijn hart op een geheel nieuwe manier.”
Michael Kent werd door de jaren heen in verband gebracht met neonazistische groepen. Hij kwam voor het eerst in aanraking met racisme toen hij nog maar twaalf jaar oud was, toen de moeder van zijn vriend hem vertelde dat ze Michael niet in haar huis wilde hebben omdat hij blank was. Sindsdien groeide zijn woede jegens de zwarte gemeenschap.
Hij raakte betrokken bij extremistische groeperingen en begon op 15-jarige leeftijd bijeenkomsten en evenementen bij te wonen. Michael was ook betrokken bij drugsmisbruik. Het was algemeen bekend dat hij iemand was die een hekel had aan de zwarte gemeenschap. Zijn woede bracht hem voortdurend in strijd met de wet.
Reclasseringsambtenaar
Nadat hij de gevangenis had verlaten, was Michael verrast om zijn reclasseringsambtenaar Tiffany Whittier, een Afro-Amerikaanse vrouw, te ontmoeten. Hij dacht dat het een vergissing was.
“Ik had meteen respect voor haar. Ik besefte dat ze moed had.”
“Het eerste dat ik tegen haar zei, was: ‘Ben je alleen?’” herinnert Kent zich. “Ze zei: ‘Ja.’ ‘Ik wist niet zeker wat ik ervan moest denken, want iedereen die mijn dossier kende, wist dat ik volledig tegen iedereen was die zwart was. Maar ze kwam alleen bij mij thuis, wetende wie ik was. Ze heeft die kans gegrepen. Ik had meteen respect voor haar. Ik besefte dat ze moed had.'”
Geschenk uit de hemel
Na enige tijd leerde Michael Tiffany accepteren, en kort daarna waren ze in staat om een band te vormen. In de loop van de maanden hielp ze hem zijn oude gewoonten te laten varen en zijn nieuwe leven te omarmen. Tiffany daagde hem ook uit om de man te zijn waarvoor God hem had geschapen.
“Deze vrouw toonde me liefde die mijn mensen, mijn leeftijdsgenoten en mijn eigen cultuur me niet lieten zien.”
“Ze werd meteen een geschenk uit de hemel”, vertelt hij. “Ze begeleidde me, hielp me en hield van me. De meeste reclasseringsambtenaren zagen me gewoon als een nummer en ik kwam altijd weer in het systeem terecht. Deze vrouw was iemand die ik moest haten, maar ze toonde me liefde die mijn mensen, mijn leeftijdsgenoten en mijn eigen cultuur me niet lieten zien. Ze opende mijn ogen en mijn hart op een geheel nieuwe manier.”
Dankzij Tiffany heeft Michael nu een andere kijk op rassen. Hij ontwikkelde ook een diepe en intieme relatie met de Heer.
“Ik wist”, herinnert Tiffany zich, “dat God met mij was toen ik naar Michaels huis ging. Hij zou me leiden en me in mijn onderbuik laten merken of ik in gevaar was. Ik geloofde God toen Hij zei: ‘Dit is oké.’ En als het Gods wil is dat ik ga, ben ik daarmee akkoord. Ik ben niet bang om te gaan, want ik weet waar ik sta met Jezus.”