Nog niet zolang geleden las ik een boek over het leven van voetbaltrainer Foppe de Haan. Bij het lezen moest ik regelmatig glimlachen om de anekdotes die hij op en rondom het voetbalveld heeft beleefd. Bij eentje moest ik zelfs hardop lachen.
Tekst: Bert Reinds
De spelers hebben hun trainingsronde gedaan, zich gedoucht en zijn naar huis gegaan. Foppe komt de kleedkamer binnen en ziet tot zijn grote ontsteltenis dat zijn team de kleedkamer als een vuilnisbelt heeft achtergelaten. Overal ligt zand en gras, zelfs tegen de muur is gras gegooid. Terwijl Foppe in de deuropening staat hoort hij de stem van de schoonmaakster: ‘Zal ik het maar even schoonmaken?’ Foppe: ‘Nee, ik ga de jongens morgen een lesje leren, laat alles maar liggen.’ En hij knipoogde naar de vrouw.
Consternatie
De volgende dag is er consternatie in de betreffende kleedkamer. Foppe loopt ernaar toe om te kijken wat er speelt. ‘Wat is er aan de hand, jongens?’ De spelers: ‘Moet u eens kijken wat een grote bende het hier is trainer, kunnen die schoonmakers niet beter hun werk doen?’
Foppe: ‘Jongens ga eens even zitten, ik wil jullie wat vragen: wie heeft jullie geleerd dat jullie werk meer is dan dat van de schoonmaakster? Dat je andere mensen voor je karretje kunt spannen? Is dat niet een beetje arrogant? Weten jullie wel dat als de schoonmaakster, en met haar vele anderen hier op de club, haar werk niet doet jullie jullie werk niet kunnen doen?’
Doodstil
Het was doodstil, de meeste spelers kijken wat naar de grond. Maar Foppe gaat door: ‘Daarom heb ik tegen de schoonmaakster gezegd “Laat de troep maar liggen” en zeg ik nu tegen jullie “Maak jullie kleedkamer schoon en zodra dat klaar is komen jullie naar het veld. Tevens kopen jullie een bos bloemen voor de schoonmaakster, als dank voor haar dagelijkse inzet.”’
Waarom zijn we toch de waardigheid van dat we iets mogen doen gaan verleggen naar wat we doen? Simpel gezegd, onze waarde verleggen van persoon naar prestatie?
Als je je waarde kent als mens doet het er toch niet meer zoveel toe wat en hoeveel uur je dat doet, als het maar bij je past?
Uur per week
Soms vragen mensen aan mij hoeveel uur per week ik werk. Ik antwoord dan: ‘Ik sta ’s morgens op en ik ga ’s avonds naar bed. Tussen deze twee momenten leef ik en sommigen noemen dat werk.’ Voor mij is werken geen bittere noodzaak, maar een kenmerk van menselijke waardigheid. En als we met z’n allen dat principe meer gaan omarmen, groeit de eenheid in elk bedrijf, club, kerk en samenleving, juist door de verscheidenheid.
Klik hier om meer columns van Bert Reinds te lezen.