Tekst: Avinoam Patt, een professor van Joodse geschiedenis aan de universiteit van Hartford en directeur van aan het Museum van Joodse Beschaving. Origineel: klik hier.
De gebeurtenissen uit de Bijbel worden in het Jodendom niet alleen herdacht, ze worden constant nagespeeld. Het woord ”Zachor”, wat ‘‘je zult herinneren” betekent wordt meer dan tweehonderd keer herhaald in alleen al de Hebreeuwse Bijbel. Een kleine studie over waarom ‘herinneren’ zo belangrijk is.
Herinneren staat centraal in het voortbestaan
Het jodendom is een religie die gebouwd is op het fundament van het geheugen. In zijn meesterwerk over het onderwerk: “Zakhor: Jewish History and Jewish Memory,” vertelt de historicus Yosef Haim Yerushalmi dat het Hebreeuwse woord voor ‘herinner’ – zachor – meer dan tweehonderd keer herhaalt wordt in de Hebreewse Bijbel. Zowel Israel maar ook God wordt herinnert: herinner de sabbat, herinner het verbond, herinner de exodus uit Egypte.
Yerushalmi suggereert, dat het gebod om te gedenken centraal stond in het voortbestaan van de Joden, vooral tijdens de verstrooiing gedurende duizenden jaren. Hoe kunnen we anders de continuïteit van het Joodse volk verklaren door millenia van migratie, vervolging, vernietiging en vernieuwing?
Sabbat Zachor
Op de sabbat voor Purim – wat terecht sabbat Zachor wordt genoemd – wordt er als volgt uit de Tora gelezen:
”Denk aan wat Amalek u onderweg aangedaan heeft, toen u uit Egypte wegtrok: hij ontmoette u onderweg en overviel bij u in de achterhoede alle zwakken achter u, terwijl u moe en uitgeput was; en hij vreesde God niet. Als de HEERE, uw God, u rust gegeven heeft van al uw vijanden van rondom, in het land dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft om dat in bezit te nemen, moet het zó zijn dat u de gedachtenis aan Amalek van onder de hemel uitwist. Vergeet het niet!” – Deuteronomium 25:17-19
Nieuwe en oude gevechten
Het gebod om Amalek te gedenken is in feite de tweede keer dat dit verhaal wordt verteld. In Exodus zegt God al tegen Mozes dat hij een document moet maken als herinnering aan Zijn belofte om Amalek uit te roeien. Dit is de eerste verwijzing in de Tora naar het opschrijven van herinneringen.
De expliciete implicatie hier is dat de handeling van het schrijven en reciteren, het vastleggen van de geschiedenis en het mondeling vertellen ervan, de herinnering aan Amalek zal uitwissen, ook al zal elke generatie gedwongen worden om Amalek keer op keer te confronteren. Saul en Samuël strijden tegen de Amalekieten en koning Agag, zoals beschreven in het boek Samuël (dit wordt ook gelezen op sabbat Zachor). Later in de Joodse geschiedenis leren we in het boek Esther dat Haman, een afstammeling van Agag, erop uit was om het Joodse volk te vernietigen. Tijdens en na de Holocaust waren vergelijkingen tussen Hitler en Haman niet ongewoon.
Hitler en de holocaust
‘Herinneren’ heeft nieuwe implicaties gekregen in de nasleep van de holocaust. Het gebod om te herinneren is geintergeerd in de moderne Joodse cultuur door dagen zoals Yom Hashoah (Holocaust Gedenkag) en Yom Hazikaron (Israel’s Gedenkdag). Uit een onderzoek van het Pew’s Research Centre kwam dat 73 procent van de Joodse Amerikanen het ”herinneren van de holocaust” als essentieel onderdeel beschouwen van de Joodse identiteit, meer dan al het andere.
Zachor – in de context van Amalek en de holocaust- benadrukt het belang van de stem van het slachtoffer en de rol van de onderdrukten na collectief trauma. Deze daad van herdenking heeft niet alleen historische en ethische waarde maar het is ook van groot psychologisch belang.
Gods verbond en de sjofar
Maar het herinneren in het Jodendom gaat niet alleen over historische gebeurtenissen. ‘Zachor’ dient ook als een herinnering aan God’s verbond met Abraham en het Joodse volk. Op Rosh Hashanah wordt de sjofar geblazen. Dit is als een herinnering aan het verbond op de berg Sinaï. Op dezelfde manier worden de wordt observeren en herdenken (shamor v’zachor in het Hebreeuws) aan elkaar gelinkt in het Lecha Dodi gebed. (Note redactie: dit gebed wordt elke sabbat gezongen als welkom in de synagoge).
Herinneren is voor iedereen
Geschiedenis is voor Joden niet slechts een taak van professoren of de religieuze elite. Het bevel om te onthouden is een religieuze verplichting die op iedereen rust. Het is deze internalisering van de geschiedenis die de rabbijnen ertoe bracht te zeggen: “In elke generatie zou iedereen zichzelf moeten zien alsof hij persoonlijk uit Egypte kwam.” ‘Zachor’ brengt het verleden naar het heden en naar de toekomst.
Geen individualisme
Een voormalige voorname rabbijn uit Engeland, Jonathan Sacks zei ooit:
”In het jodendom is er geen besef van het atomaire individu – het zelf in en voor zichzelf – dat we vanaf Hobbes in de westerse filosofie tegenkomen. In plaats daarvan is onze identiteit horizontaal verbonden met andere individuen: onze ouders, echtgenoot, kinderen, buren, leden van de gemeenschap, medeburgers, mede-joden. We zijn ook verticaal verbonden met degenen die ons voorgingen, wiens verhaal we ons eigen maken. Jood zijn, is een schakel zijn in de keten van generaties, een personage in een drama dat ver voordat we geboren waren begon. En lang na onze dood zal voortduren. Herinnering is essentieel voor identiteit – zo benadrukt het jodendom. Jood zijn is weten dat de geschiedenis van ons volk in ons voortleeft.”
Het blijven herinneren, ons geheugen trainen, door daden, acties en spreken, helpt ons om niet te vergeten. Wanneer je schrijft, record, of optreedt draag je bij aan ‘zachor’. Het herinneren van wat God gedaan heeft. Laten we dat vooral blijven doen.