Afgelopen mei ontdekten archeologen vijftien zilveren munten in een grot dichtbij de Dode Zee, meldt het CBN News. De munten dateren uit de tijd van Antiochus IV, een Hellenistische heerser die de tempel ontheiligde en de Joden vervolgde.
De munten werden gevonden in een scheur van een van de muren van de grot. Ze vertellen ons iets over de joodse opstand tegen het Griekse Seleucidische koninkrijk. Deze gebeurtenis, samen met het wonder van de voorziening in olie, wordt nog steeds gevierd door middel van het joodse ‘Chanoeka’: het feest van het herstel van de Joodse Tempel. Een feest die komende week wordt gevierd door de Joden.
De Israëlische autoriteit die gaat over antieke voorwerpen, gaf een verklaring af. “Een vluchteling heeft de houten kist met munten waarschijnlijk in alle haast in een grot verstopt, met de bedoeling zijn geld op te halen na de opstand.” Het vermoeden is dat de eigenaar van de munten omkwam en daarom de munten nooit heeft teruggenomen.
Dr. Eitan Klein bestudeerde de munten. Hij verklaarde dat deze unieke vondst ons iets leert over de rol van de Judese woestijngrotten tijdens en rondom de Makkabeese opstand. Veel Joden zouden zijn gevlucht door bevelen die tegen de Joden waren uitgeroepen. Daarmee zouden ze gedwongen zijn om hun bezittingen in de woestijn van Judea te verstoppen. Dit staat beschreven in het (apocriefe) eerste boek van Makkabeeën (2:29-37).