Ze groeide op een christelijk gezin, maar vanaf haar achttiende wilde Marriët niets meer met God te maken te hebben. Haar vader was dominee in een vrijgemaakt gereformeerde kerk en ze groeide op met het beeld van God dat Hij vooral regels geeft over wat wel en niet mag. Een persoonlijke relatie met God kende ze niet en ze ging dan ook met tegenzin naar de kerk.
Toen haar ouders aan het einde van haar tienertijd huwelijksproblemen kregen en scheidden – en een goede vriend van haar overleed aan kanker, hoefde ze niets meer met God te maken te hebben. Dat God bestond twijfelde ze niet zozeer aan, maar boosheid en onbegrip maakten dat ze God de rug toekeerde.
Marriët is nu vijfentwintig jaar oud en ze doet een politieopleiding. Elke zondagavond komt de huiskerk waar ze deel van is bij haar thuis samen en ze is steeds meer Gods liefde en leven met anderen aan het delen.
Geliefd
Dit is echter niet altijd zo geweest. Ze groeide op met beide ouders in een gezin van vijf kinderen. Haar jeugd was goed, zo vertelt ze, en ze heeft zich altijd geliefd gevoeld. Toen ze achttien was begonnen haar ouders huwelijksproblemen te krijgen, wat een paar jaar later resulteerde in een scheiding. ‘’Het was chaos in ons gezin en ik dacht, als God dit toelaat dan hoef ik niets met Hem te maken te hebben.’’
“Ik had zoveel vragen, ik snapte God gewoon niet. Waarom laat God dit toe?”
In die periode overleed een goede vriend van haar aan kanker en dit voedde de boosheid en het onbegrip naar God toe alleen maar meer. “Ik had zoveel vragen, ik snapte God gewoon niet. Waarom laat God dit toe? Hoe kan een God die van ons houdt mijn moeder dit aandoen? Waarom gebeurt dit? Waarom grijpt God niet in? Maar ik had ook veel boosheid naar mijn vader toe hoor.’’
Gaf je God de schuld van de scheiding van je ouders? “Ja, in het begin wel. Hij kan het toch tegenhouden?, zo dacht ik.’’ Marriët kon moeilijk omgaan met de hoeveelheid en heftigheid van haar emoties.”
Vluchten
In deze periode ging Marriët op zoek naar haar eigenwaarde en ze vluchtte weg van de pijn en het verdriet die ze voelde. Ze haalde haar identiteit uit de aandacht en bevestiging van anderen en in het weekend was ze regelmatig dronken. Als ze af en toe naar een feestje ging dan gebruikte ze drugs.
“Ik zat toen wel een beetje op een dieptepunt. Ik had een relatie met een niet-gelovige jongen, maar dat ging na een tijdje ook uit.’’ De relatie ging niet zomaar uit, want Marriët begon weer interesse in het geloof te krijgen. Op de keukentafel had ze een boekje van één van haar broers gevonden over de Heilige Geest.
“Dat boekje ben ik gaan lezen en ik dacht ‘wow, als God zo is, dan is Hij best wel cool’.”
Dat begon ze te lezen en ze ontdekte dat God eigenlijk heel anders is dan het beeld dat zij van Hem had. “Dat boekje ben ik gaan lezen en ik dacht ‘wow, als God zo is, dan is Hij best wel cool’. Er stond bijvoorbeeld in dat de Heilige Geest eigenlijk God is en dat Hij in je leeft en je kan helpen in het maken van keuzes.’’
Heilige Geest
Marriët kende de Heilige Geest helemaal niet, in de kerk waarin ze opgroeide werd daar niet over gesproken. Met dat ze het boekje ging lezen, begon ze ineens ook de Heilige Geest te ervaren en er ontstond een honger naar meer van God. “Ik werd alleen maar enthousiaster en dat deelde ik ook met mijn toenmalige vriend. Hij vond het allemaal maar gek en verbrak niet lang daarna de relatie. Dat was pijnlijk, want ik hield van hem en moeilijke dingen die ik had meegemaakt heb ik wel met hem gedeeld. Uiteindelijk was het wel de goede keuze, want ik voelde me ineens veel vrijer om veel met God bezig te zijn’’.
“Uiteindelijk was het wel de goede keuze, want ik voelde me ineens veel vrijer om veel met God bezig te zijn’’.
Niet lang daarna vertrok ze voor een aantal maanden vrijwilligerswerk naar Afrika. Ze merkte daar dat God echt door haar heen werkte en eenmaal terug stond ze binnen enkele weken in het doop-bad. Ze koos voor een nieuw leven met Jezus. “Ik begon echt te beseffen dat God van me houdt en ik was hongerig naar meer van Hem en mijn beeld van Hem was zo aan het veranderen.”
“Dat maakte dat ik die stap wilde zetten om mijn leven aan Hem te geven en samen met Hem te gaan leven. Het was niet een plots moment waarop alles veranderde, maar meer een proces van groei en verandering wat me meer en meer deed verlangen naar meer van Hem.”
Hersteld
Er is sindsdien veel veranderd in Marriët haar leven en ze kan nu getuigen van een God die leeft, die hersteld en die vrijmaakt. “Ik merk dat ik elke dag met God in contact ben, ik praat de hele dag door met Hem. Ik voel zo behoefte om anderen te laten zien dat Hij echt goed is en je in echte vrijheid kan leven. Waar Hij vroeger een bijzaak was, is Hij nu mijn leven. Hij staat centraal.
“Waar Hij vroeger een bijzaak was, is Hij nu mijn leven. Hij staat centraal.”
God heeft de pijn in mijn genezen, maar ik heb daar wel mee moeten dealen. Dat ging niet in één klap. Ik kan niet zo goed omschrijven hoe dat werkt, maar Hij heeft gewoon de vruchten van de Geest in mij geopenbaard en de dingen die niet van Hem kwamen omgeruild voor de vruchten van de Geest. En natuurlijk kan je daar altijd nog meer in groeien, maar Hij heeft het wel op die manier gedaan.’’
Naast het herstel van de pijn en het verdriet van vroeger, merkt ze dat ze als persoon ook veranderd is. “Ik was altijd heel onrustig en nu hoor ik overal mensen zeggen dat ik zo rustig ben. Ik heb echt rust. Mijn eigenwaarde haal ik nu ook niet meer uit anderen, die haal ik echt uit God. Ook merk ik dat ik de ander echt zie. Ik kon vroeger snel oordelen over anderen, maar nu heb ik mensen lief. Ook als ze anders zijn of denken.”