Karen Bagdasorov (40 jaar) is een gewone postbezorger in Utrecht. Hij is getrouwd en heeft kinderen. Er is geen moslim op zijn werk die niet weet wat Jezus in zijn leven heeft gedaan: Zeventien jaar geleden overleefde hij op wonderlijke wijze een zelfmoordpoging. De 300 milliliter bleekmiddel die hij dronk, bracht hem geen schade toe. Daarnaast ontmoette hij Jezus tijdens het wachten op zijn dood…
“Jij zult voor Mij lopen”
Karen, die oorspronkelijk uit Armenië komt, heeft een crimineel verleden. Zijn leven werd gekleurd door verkeerde vriendschappen, het stelen van spullen en het af en toe gebruiken van drugs als marihuana, amfetamine en speed, totdat hij in 2002 slachtoffer werd van een steekpartij. Hij werd overvallen door 50 mensen en zeven keer gestoken in zijn gezicht, hals en rug. Tijdens de laatste steek brak het mes af; een gedeelte bleef in zijn ruggengraat zitten.
“In het ziekenhuis aangekomen wilden de dokters het mes niet uit mijn rug halen. Ik zou dan verlamd raken. Daarom wilden ze wachten. Alleen was er het gevaar dat het mes zou gaan roesten en ik door vergiftiging zou overlijden. Na tien dagen in het ziekenhuis te hebben gelegen, kreeg ik een droom. Ik zag in mijn droom dat de wind tegen mij sprak; de bomen bewogen door deze wind. De stem zei: Je zult voor Mij lopen. Op dat moment wist ik niet dat het Jezus was die sprak, nu wel. Drie dagen later wilden de artsen me toch opereren.”
Na de operatie kwam de chirurg bij Karen. “Hij zei: Iemand heeft mijn handen gebruikt. Iemand heeft dit door mij heen gedaan. Ik deed niet zelf.” De operatie was geslaagd. Karen was niet volledig verlamd, al kon hij niet goed meer lopen. Hij had altijd pijn aan zijn rug en zijn handen trilden. Bovendien had hij 15 dagen achter elkaar aan de morfine gezeten. Doordat hij inmiddels afhankelijk geworden was van deze pijnstiller, moest hij afkicken. Het viel hem zwaar, waardoor hij de drugs die hij al in zijn bezit had regelmatiger ging gebruiken. “Ik werd een junkie.”
“Zelfs de psycholoog zegt: ‘dit is wat het is, meer dan dat wordt het niet’.”
Ontmoetingen met het duister en het licht
Het leven waarin Karen zat, hield hem gevangen. Zijn vriendin verliet hem en het lukte niet meer om te stoppen met de drugs. Begin 2005 zag Karen het leven niet meer zitten. Hij vulde een colablikje met bleekmiddel en liep ermee naar het bos, om daar een einde aan zijn leven te maken. Terwijl hij daarheen liep, overdacht hij nog eenmaal zijn keuze: “Is er nog een uitweg? Ik heb alles geprobeerd… Zelfs de psycholoog zegt: ‘Dit is wat het is, meer dan dat wordt het niet’.”
Op de bestemming aangekomen dronk Karen alle bleekmiddel op. Terwijl de wereld om hem heen draaide en hij het gevoel kreeg dat het leven zijn lichaam verliet, voelde Karen een aanwezigheid naast zich. “Ik ervoer een soort gorilla naast me. De duistere aanwezigheid maakte geluiden als die van een boze hond. Op dat moment realiseerde ik me: ‘Als ik nu sterf, ga ik naar de hel’, maar ik bedacht ook: ‘Als ik nu doodga, is het nog niet afgelopen; er is meer na dit leven. Zo wil ik niet eindigen!’”
Op dat moment gingen Karens gedachten terug naar de verhalen die zijn oma altijd voorlas uit de kinderbijbel. Specifiek het verhaal over Martha. Jezus zei daar ‘Als je gelooft zul je Gods heerlijkheid zien’. Dus hij begon te bidden: “Als U echt bestaat, geef mij dan een kans. Dan zal ik U niet loslaten.” De sfeer om hem heen veranderde. Alles wat demonisch was en wat te maken had met de dood, verdween. De warme aanwezigheid van Jezus kwam en de Heilige Geest kwam op hem. “Ik werd overweldigd en begreep niet wat er gebeurde.” Karen kreeg opnieuw de kracht om in beweging te komen en op te staan. Hij had opnieuw hoop gekregen “God bestaat. Als Hij me nog kan redden is dat goed.” Terwijl er schuim met bloed uit zijn mond kwam werd hij door een taxi naar het ziekenhuis gereden.”
“Ik heb niets overgehouden van de poging tot zelfdoding.”
Het effect van het drinken van bleekmiddel, is dat je ingewanden en organen verbranden. Dokters wilden een snee maken in zijn slokdarm om te kijken wat ze nog konden doen. De arts zei: “Wat heb je gedaan, je bent nog zo jong! Ik denk niet dat ik je nog kan helpen … alles van binnen is waarschijnlijk verbrand. Er is geen garantie dat je dit overleeft.”
Nadat ze 24 uur onderzoeken hadden gedaan, werd Karen uit het ziekenhuis ontslagen. “De dokter zei dat er geen schade was, mijn organen zagen eruit alsof ze van een 17-jarige jongen waren die sportte, nooit had gerookt of gedronken en niets had gebruikt. Het maken van de snee was niet nodig geweest. Ik heb niets overgehouden van de poging to zelfdoding.”
Compleet veranderd
Nadat hij uit het ziekenhuis kwam, vroeg Karen God: “En nu, wat moet ik nu doen?” Kort daarop krijgt Karen op straat een Armeense Bijbel in zijn handen gedrukt door een onbekende man. De man geeft het advies om te beginnen bij het Evangelie van Johannes. “Ik las en las en bleef lezen. Het lezen van de Bijbel voelde als eten. De woorden maakten me jaloers: Ik zou zo graag geleefd hebben in de tijd van Jezus … Ik geloofde dat ik de dingen die daar stonden nooit zou kunnen ervaren.”
Het boek Handelingen bracht hier verandering in. “Ik las over mensen die vervuld raakten met de Heilige Geest. Daarom begon ik te bidden – van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat bad ik: God, dit wil ik ook”. Tijdens het bidden begon Karen zijn zonden te belijden en werd hij vervuld met de Heilige Geest. Hij huilde veel, voelde een heilige stroom over zijn lichaam trekken en begon in tongen te spreken. “Vanaf die dag is mijn leven compleet veranderd.”
Karen bekeerde zich radicaal. Hij werd compleet vrijgezet van de alcohol, drugs en pornografie. Ook het trillen van zijn handen stopte. Hij gooide alles weg wat hem aan zijn oude leven herinnerde. “Ik wil nu niets anders meer dan Jezus; God is de hoogste prioriteit in mijn leven.”